Taal herhaling onderwerp en persoonsvorm
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Nederland is een land met veel water.
Nederland is een land met veel water.
A
land
B
water
C
is
D
Nederland
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in deze zin?
Aan de kust is de zee.
Aan de kust is de zee.
A
aan
B
de kust
C
is
D
de zee
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Bij een stopbord moet je altijd stilstaan.
Bij een stopbord moet je altijd stilstaan.
A
stopbord
B
moet
C
je
D
stilstaan
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Almere ligt in de provincie Flevoland
Almere ligt in de provincie Flevoland
A
Almere
B
ligt
C
provincie
D
Flevoland
Slide 7 - Quizvraag
sleep stukjes uit de zin naar het goede vakje.
vaak buiten.
naar muziek.
's Morgens vroeg
graag een tekening.
Persoonsvorm
onderwerp
Kinderen
spelen
Marly
luistert
fluiten
vogeltjes.
Niels
maakt
