Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen voor TW2 havo 3
Hoe werkt het?
Je geeft antwoord op de vragen via je telefoon.
Bij open vragen moet je eerst op 'opslaan' klikken en daarna pas op verder. Anders wordt jouw antwoord niet opgeslagen.
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoe werkt het?
Je geeft antwoord op de vragen via je telefoon.
Bij open vragen moet je eerst op 'opslaan' klikken en daarna pas op verder. Anders wordt jouw antwoord niet opgeslagen.
Slide 1 - Tekstslide
Hoe schrijf ik het meervoud van buggy?
Slide 2 - Open vraag
Hoe schrijf ik het meervoud van 'display'?
Slide 3 - Open vraag
Hoe schrijf ik het meervoud van cd?
Slide 4 - Open vraag
Kies de juiste schrijfwijze:
A
filmscene
B
filmscenè
C
filmscène
D
filmscêne
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste schrijfwijze
A
ooievaar
B
ooïevaar
C
ooiëvaar
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste schrijfwijze
A
milieus
B
milieu's
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste schrijfwijze
A
cowboy'tje
B
cowboy-tje
C
cowboytje
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste schrijfwijze
A
tv-tje
B
tv'tje
C
tvtje
Slide 9 - Quizvraag
Schrijf ik Toms boot of Tom's boot?
A
Toms boot
B
Tom's boot
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf het woord met eventuele leestekens: knackebrod
Slide 11 - Open vraag
Plaats zo nodig leestekens:
geupload
Slide 12 - Open vraag
Een trema gebruik ik in samenstellingen om te voorkomen dat twee klinkers tegelijk worden uitgesproken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een apostrof gebruik ik bij meervouden en afleidingen van afkortingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Met of zonder -n?
Zijn Loe en Cyril de enige(n) met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen
Slide 15 - Quizvraag
Met of zonder -n?
Die jongens maken altijd ruzie en vaak hebben beide(n) schuld.
A
beide
B
beiden
Slide 16 - Quizvraag
Met of zonder -n?
Met die regen komen vele(n) leerlingen te laat in de les.
A
vele
B
velen
Slide 17 - Quizvraag
Met of zonder -n?
Krijgen ook de laatste(n) die arriveren nog iets te drinken?
A
laatste
B
laatsten
Slide 18 - Quizvraag
Geef aan hoe het werkwoord gespeld moet worden.
Waarom besteed/besteedt jij geen aandacht aan mijn vragen en beantwoord/beantwoordt je ze niet?
A
besteed/beantwoord
B
besteedt/beantwoordt
C
besteed/beantwoordt
D
besteedt/beantwoord
Slide 19 - Quizvraag
Spel de werkwoordsvormen correct:
Bij texel is een ..... (bloeden) orka ..... (aanspoelen).
Slide 20 - Open vraag
Spel de werkwoordsvormen correct:
... (worden) je zus echt gepest omdat ze zich een beetje afwijkend ... (kleden)?
Slide 21 - Open vraag
Noteer de juiste werkwoordsvorm: inf, pvtt, pvtt of bn. Zet de juiste spelling erbij.
Helaas werd het ... (verwachten) aantal bezoekers lang niet gehaald.
Slide 22 - Open vraag
Hoe schrijf ik het onvoltooid deelwoord van glimlachen?
Slide 23 - Open vraag
Ik heb zin om heel veel te eten.
Het werkwoord 'eten', in welke werkwoordsvorm staat dit woord?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Voltooid deelwoord
C
Pvtt
D
Infinitief
Slide 24 - Quizvraag
Omdat we gisteren veel gelopen hebben, ben ik nu erg moe.
Het werkwoord 'hebben', in welke werkwoordsvorm staat dit woord?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Voltooid deelwoord
C
pvtt
D
infinitief
Slide 25 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is correct?
A
drie en een half
B
drie-en-een-half
C
drieëneenhalf
D
drieënhalf
Slide 26 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is correct?
A
Er staan wel 900 koeien in de wei.
B
Er staan wel negenhonderd koeien in de wei.
Slide 27 - Quizvraag
Als in een zin cijfers en letters gebruikt moeten worden, dan gebruik ik alleen cijfers.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is correct?
A
Hij reed wel 50 km/u.
B
Hij reed wel vijftig km/u.
Slide 29 - Quizvraag
Een letterwoord is woord wat bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Ik spreek het als nieuw woord uit.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Hbo is een initiaalwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
z.o.z. is een voorbeeld van een
A
afkorting
B
letterwoord
C
initiaalwoord
D
verkorting
Slide 32 - Quizvraag
Welk stijlfiguur zie je hier:
Vanavond komt er lichte, morgen matige en in het weekend strenge vorst.
A
Repetitio
B
Opsomming in drieën
C
Climax
D
Hyperbool
Slide 33 - Quizvraag
Welk stijlfiguur zie je hier:
Die laatste les Nederlands was niet onaardig.
A
Drieslag
B
Litotes
C
Understatement
D
Hyperbool
Slide 34 - Quizvraag
Welk stijlfiguur zie je hier:
'Vrijheid, gelijkheid, broederschap' is de leus van de Franse Revolutie.
A
Opsomming in drieën
B
Enumeratio
C
Drieslag
D
Omgekeerde climax
Slide 35 - Quizvraag
Welk stijlfiguur zie je hier?
Na de onverdiende nederlaag maakte de spits een paar bittere opmerkingen over de beslissingen van de scheidsrechter.
A
eufemisme
B
synesthesie
C
understatement
D
metoniem
Slide 36 - Quizvraag
Welk stijlfiguur zie je hier?
Mijn zusje gilt als een speenvarken wanneer ik haar kietel.
A
metafoor
B
metoniem
C
personificatie
D
vergelijking
Slide 37 - Quizvraag
Een asyndetische vergelijking is een vergelijking waarbij het verbindingswoord tussen beeld en object ontbreekt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Welke stijlfout zie je hier?
Bij aankoop van dat abonnement krijg je gratis een smartphone cadeau.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Er is geen stijlfout
Slide 39 - Quizvraag
Welke stijlfout zie je hier?
Sanne is zo'n meisje dat altijd de voorste viool wil zijn.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Er is geen stijlfout
Slide 40 - Quizvraag
Welke stijlfout zie je hier?
Wil je direct en meteen gaan zitten als je er bent?
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Er is geen stijlfout
Slide 41 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
A3 woordenschat H4
Juni 2024
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
*Werkwoordspelling H4, vwo 2
Januari 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2 februari - lastige werkwoordsvormen
Januari 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4 - Spelling
Juni 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H4 - Spelling
Januari 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling H4: Lastige werkwoorden
Maart 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2K Stil lezen en werkwoordspelling
Maart 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Werkwoordspelling H4, vwo 2
Maart 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2