wie heeft waaraan schuld?

Οὕτω µὲν Πέρσαι λέγουσι γενέσθαι, καὶ διὰ τὴν Ἰλίου ἅλωσιν εὑρίσκουσι σφίσι ἐοῦσαν τὴν ἀρχὴν τῆς ἔχθρης τῆς ἐς τοὺς Ἕλληνας.

(r.56-57 pagina 28)

Herodotus sluit hier het verhaal van de Perzen af - hoe valt dit op aan de werkwoordsvormen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Οὕτω µὲν Πέρσαι λέγουσι γενέσθαι, καὶ διὰ τὴν Ἰλίου ἅλωσιν εὑρίσκουσι σφίσι ἐοῦσαν τὴν ἀρχὴν τῆς ἔχθρης τῆς ἐς τοὺς Ἕλληνας.

(r.56-57 pagina 28)

Herodotus sluit hier het verhaal van de Perzen af - hoe valt dit op aan de werkwoordsvormen?

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm (hoofd- of bijzin)
participium
infinitivus
λέγουσι 
γενέσθαι
εὑρίσκουσι 
ἐοῦσαν 

Slide 2 - Sleepvraag

Οὕτω µὲν Πέρσαι λέγουσι γενέσθαι, καὶ διὰ τὴν Ἰλίου ἅλωσιν εὑρίσκουσι σφίσι ἐοῦσαν τὴν ἀρχὴν τῆς ἔχθρης τῆς ἐς τοὺς Ἕλληνας.

(r.56-57 pagina 28)

Herodotus sluit hier het verhaal van de Perzen af - hoe valt dit op aan de werkwoordsvormen? 

- PV λέγουσι grijpt terug op r.5, tevens is γενέσθαι een inf.perf. en dus voltooid/afgesloten

Slide 3 - Tekstslide

Acc - LV
Acc - sub.acc.
Acc - aanvulling
Acc - tijdsduur
τὴν Ἰλίου ἅλωσιν 
τὴν ἀρχὴν 
τοὺς Ἕλληνας

Slide 4 - Sleepvraag

Οὕτω µὲν Πέρσαι λέγουσι γενέσθαι, καὶ διὰ τὴν Ἰλίου ἅλωσιν εὑρίσκουσι σφίσι ἐοῦσαν τὴν ἀρχὴν τῆς ἔχθρης τῆς ἐς τοὺς Ἕλληνας.

(r.56-57 pagina 28)

gekleurd in geel = PV - welk voegwoord verbindt deze pv's?

gekleurd in blauw = AcI / AcP

gekleurd in groen = bijw.bep.

>> τῆς beredeneer wat de lidwoord herhaling hier doet

Slide 5 - Tekstslide

Περὶ δὲ τῆς Ἰοῦς οὐκ ὁµολογέουσι Πέρσῃσι οὕτω Φοίνικες· οὐ γὰρ
 ἁρπαγῇ σφέας χρησαµένους λέγουσι ἀγαγεῖν αὐτὴν ἐς Αἴγυπτον, ἀλλ᾽ 60 ὡς ἐν τῷ Ἄργεϊ ἐµίσγετο τῷ ναυκλήρῳ τῆς νεός·

Slide 6 - Tekstslide

Acc - object
Acc - sub.acc.
Acc - aanvulling
anders
Φοίνικες
αὐτὴν 
σφέας 
Αἴγυπτον

Slide 7 - Sleepvraag

Περὶ δὲ τῆς Ἰοῦς οὐκ ὁµολογέουσι Πέρσῃσι οὕτω Φοίνικες· οὐ γὰρ
 ἁρπαγῇ σφέας χρησαµένους λέγουσι ἀγαγεῖν αὐτὴν ἐς Αἴγυπτον, ἀλλ᾽ 60 ὡς ἐν τῷ Ἄργεϊ ἐµίσγετο τῷ ναυκλήρῳ τῆς νεός·

Veel naamvalsfuncties zijn te benoemen door de aantekeningen (p.28) goed te lezen << benoem alle dativi
=
herken de vorm
&
benoem de functie

Slide 8 - Tekstslide

χρησαμένους - van χράομαι + dat
dus welke vorm?
A
3de pl aor ind A
B
imperativus aor pl M
C
ptc pl aor A
D
ptc pl aor M

Slide 9 - Quizvraag

Περὶ δὲ τῆς Ἰοῦς οὐκ ὁµολογέουσι Πέρσῃσι οὕτω Φοίνικες· οὐ γὰρ
 ἁρπαγῇ σφέας χρησαµένους λέγουσι ἀγαγεῖν αὐτὴν ἐς Αἴγυπτον, ἀλλ᾽ 60 ὡς ἐν τῷ Ἄργεϊ ἐµίσγετο τῷ ναυκλήρῳ τῆς νεός·

ὡς toen, nadat

ὡς opdat, om te
ὡς dat
ὡς + ptc. omdat (naar zijn/hun/.... mening), in de mening dat, als(of)
ὡς om te
ὡς zo ... mogelijk 
- kies de juiste vertaling




Slide 10 - Tekstslide

ἐπεὶ δὲ ἔµαθε ἔγκυος
ἐοῦσα, αἰδεοµένη τοὺς τοκέας, οὕτω δὴ ἐθελοντὴν αὐτὴν τοῖσι
Φοίνιξι συνεκπλῶσαι, ὡς ἂν µὴ κατάδηλος γένηται.

je gaat bij de volgende slide werkwoorden benoemen 
- lees eerst aandachtig de aantekeningen en
- zoek eventuele nevenschikkende (en, maar, of, ook) of onderschikkende (omdat, terwijl, hoewel, etc) voegwoorden

Slide 11 - Tekstslide

PV hoofdzin
PV bijzin
ptc predicatief
ptc als onderdeel AcP
inf als onderdeel AcI
inf als object
ἔµαθε 
ἐοῦσα
αἰδεοµένη 
συνεκπλῶσαι
γένηται

Slide 12 - Sleepvraag