Aan het eind van deze les weet je wat verbale en non-verbale communicatie is
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat verbale en non-verbale communicatie is
Slide 1 - Tekstslide
Verschillende manieren van communicatie
1. Non-verbaal/verbaal
2. Eenzijdig of tweezijdig
3. Persoonlijk of massaal
Slide 2 - Tekstslide
0
Slide 3 - Video
P-P-P-Pokerface
Het woord Pokerface komt dus van het spel, pokeren.
Je kan communiceren met woorden> verbale communicatie > praten of schrijven
Je kan communiceren zonder woorden
> non-verbale communicatie> duim opsteken of zwaaien
Slide 4 - Tekstslide
Een "pokerface' is een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 5 - Quizvraag
Een knipoog
Het doorgeven van informatie gaat dus niet alleen
met woorden.
Je kan een knipoog gebruiken om aan te geven of je iemand leuk vindt.
non-verbale communicatie = lichaamstaal
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welke houding is niet goed?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Een knipoog is een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 9 - Quizvraag
Een mailtje sturen is een voorbeeld van
A
verbale comminicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 10 - Quizvraag
iemand de hand schudden is een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
Slide 11 - Quizvraag
lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,
38% wordt geuit door de stemklank en slechts
7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.
Slide 12 - Tekstslide
Hoe kun je praten met je lichaam?
Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kun je praten met je lichaam?
Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij.
In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe kun je praten met je lichaam?
Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit.
Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal
Slide 15 - Tekstslide
Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.
Verbaal = wat je zegt
Non-verbaal= hoe je het zegt
Communicatie: Verbaal en non-verbaal
Slide 16 - Tekstslide
lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
de 5 basisemoties.
Slide 19 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 20 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 21 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 22 - Tekstslide
welke emotie zie je hier?
Slide 23 - Tekstslide
Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten
Slide 24 - Quizvraag
Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken
Slide 25 - Quizvraag
wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek