M2 meervouden

Meervoudsvormen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meervoudsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Veel zelfstandige naamwoorden schrijf je in meervoud met –n of –en: 
 - kast - kasten / hond - honden

Bij woorden die eindigen op een korte klank (a, o, i, u, e) verdubbelt de laatste letter:   - lus - lussen / tik - tikken

Bij woorden die eindigen op een lange klank (aa, uu, oo, ee) gaat er een klinker af:  - taal - talen / riool - riolen

Slide 2 - Tekstslide

Meervoudsvormen
LET OP: 

Woorden die eindigen op –f                    Meervoud v
Druif - druiven / bedrijf - bedrijven
Woorden die eindigen op –s                   Meervoud z
Huis - huizen / laars - laarzen

Uitzonderingen: mensen, wensen & kaarsen


Slide 3 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Meervoud op '-s'

Woorden die eindigen op een 'a, o, i, u of y'                  Meervoud 's 
Opa - opa's / accu - accu's
Woorden die eindigen op –e                   s mag eraan geplakt worden
visite - visites




Slide 4 - Tekstslide

Bijzondere meervoudsvormen
Meervoud op -iën, -ieën of -eën

Met klimtoon op -ie --> ieën
knie - knieën
melodie - melodieën

zonder klemtoon op -ie: -iën
olie - oliën
bacterie - bacteriën

Slide 5 - Tekstslide

Bijzondere meervoudsvormen
Meervoud op -iën, -ieën of -eën

Met klimtoon op -ee --> -eeën
zee - zeeën
slee - sleeën 

Slide 6 - Tekstslide

Bijzondere meervoudsvormen
Meervoud waarbij de klinker verandert: 
Stad - steden
snelheid - snelheden
schip - schepen

Meervoud -eren:
ei - eieren
kind - kinderen

Slide 7 - Tekstslide

Bijzondere meervoudsvormen
Meervoud op -ici, -a:

Musicus - musici
museum - musea
centrum - centra 

Afkortingen: -->  's 
WK -  WK's, 
wc - wc's 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het meervoud van 'viool'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'kaars'?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'neef'?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'technicus'?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'bacterie'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'idee'?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'museum'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'tv'?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'café'?

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk!

Maken: les 82 opdr. 3, 5, 6, 7 en 9

Slide 18 - Tekstslide