Het belang van een goede spelling

 Spelling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

 Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Keurt de spellingscontrole deze zin goed: Het paart staat in de wij.
A
de spellingscontrole keurt het goed
B
de spellingscontrole keurt het niet goed

Slide 2 - Quizvraag

Hoe komt het dat de spellingcontrole de fouten in 'Het paart staat in de wij' niet herkent?

Slide 3 - Open vraag

10 veelgemaakte spelfouten

Slide 4 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
polshoogte
B
poolshoogte

Slide 5 - Quizvraag

poolshoogte nemen
Het gezegde komt uit de zeevaart en is gebaseerd op een methode waarbij zeelieden met behulp van de Poolster berekenden waar hun schip zich op zee bevond.

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
seks
B
sex

Slide 7 - Quizvraag

seks
Je hebt in het Nederlands geen sex met iemand, maar seks. Toch verliest deze enige juiste spelwijze snel aan terrein. Veel mensen vinden het Engelse ‘sex’ mooier. Het tijdschrift Linda heeft zelfs besloten om altijd sex te schrijven in plaats van seks.

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
minuscuul
B
miniscuul

Slide 9 - Quizvraag

minuscuul
Het is iets kleins, dus dan ben je geneigd om met ‘mini’ te beginnen. Maar de juiste spelling is toch echt minuscuul.

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
minitieus
B
minutieus

Slide 11 - Quizvraag

minutieus
Hetzelfde verhaal als bij minuscuul. Dit is de verkeerde spelling. Iemand bereidt zich minutieus – oftewel tot in het kleinste detail – voor.

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
munitie
B
minutie

Slide 13 - Quizvraag

munitie
Dit woord gebruik je om kogels, bommen en raketten aan te duiden. 

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
barbecue
B
barbeque

Slide 15 - Quizvraag

barbecue
Je bent snel geneigd dit woord verkeerd te spellen omdat de afkorting ‘BBQ’ vaak ook in Nederland wordt gebruikt. 

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
eensgelijks
B
insgelijks

Slide 17 - Quizvraag

insgelijks
Toen ik dit woord intypte in de zoekfunctie van mijn mailbox, kreeg ik verschillende mailtjes te zien waarin mensen een nieuwjaarsgroet beantwoordden met ‘eensgelijks’. De juiste spelling is echter insgelijks.

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord is juist gespeld?
A
Asterix
B
asterisk

Slide 19 - Quizvraag

Asterix en asterisk
Het sterretje dat je in een tekst zet om aan te geven dat er een voetnoot bij hoort, heet een asterisk. Asterix is de hoofdpersoon uit Asterix en Obelix.

Slide 20 - Tekstslide

Welk zinsdeel is goed gespeld?
A
Ik besef me dat
B
Ik besef dat

Slide 21 - Quizvraag

Ik besef dat...
Het is een klassieke instinker. Beseffen is geen wederkerig werkwoord. Het is ‘ik besef dat…’, of ‘ik realiseer me dat…’  

Slide 22 - Tekstslide

dt-fouten
Als we dt-fouten willen voorkomen, moeten we onze hersenen van de automatische piloot afhalen bij het schrijven. Maar hoe doe je dat?  

Slide 23 - Tekstslide

Let op bij homofonen
Homofonen zijn werkwoordsvormen die dezelfde klank hebben, maar anders worden gespeld, bijvoorbeeld ‘bedoeld’ en ‘bedoelt’, of ‘vermijd’ en ‘vermijdt’
Doordat je aan de klank niet kunt horen, hoe je deze woorden schrijft, is de kans groter dat je brein simpelweg voor de meest voorkomende werkwoordsvorm kiest.

Slide 24 - Tekstslide

Doe aan spellingrevisie
Niet alleen bij het schrijven, maar ook bij het lezen zien we vaak dt-fouten over het hoofd in werkwoordsvormen die veel voorkomen. 

Dat komt waarschijnlijk omdat we ook bij het nalezen van een tekst op allerlei zaken tegelijk letten: de stijl, de formulering en de spanningsboog. Daardoor checken we de spelling nog steeds op de automatische piloot.

De enige manier om dt-fouten effectief uit te roeien is een extra revisieronde waarbij je een tekst alleen op spellingsfouten scant, en dan vooral in homofonen.

Slide 25 - Tekstslide

Ken je spelling én grammatica
Dt-fouten voorkomen, is niet alleen een kwestie van de spellingregels goed kennen. Ook grammatica is belangrijk. Kijk eens naar deze zin: ‘Word nu eens volwassen.’

In die zin kun je de juiste werkwoordsvorm van worden alleen bepalen als je weet dat de zin in de gebiedende wijs staat en je dus alleen de stam van het werkwoord moet nemen. Kortom: probeer ook eens een zin te ontleden als je onzeker bent over een d of een t. Staat er een onderwerp in dat handelt? Heb je ook te maken met een lijdend voorwerp en een voltooid deelwoord? Of is de zin een gebiedende wijs?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

1. lidwoorden
'De account' is incorrect, maar wordt niet fout gerekend.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Aan de slag
Ga verder met de opdrachten van hoofdstuk 6
Kies een onderwerp dat je lastig vindt en begin daarmee
Succes!

Slide 30 - Tekstslide

Tussendoortje 
Leun even achterover en luister naar dit verhaal. 
Na het voorlezen kijken we even naar het perspectief, de tijd, ruimte, beleving enz.

Slide 31 - Tekstslide

Nog even aan de slag 
Succes :-)

Slide 32 - Tekstslide