H6.1 Inwendige van de aarde

Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.


Slide 1 - Tekstslide

6.1
Het inwendige van de aarde

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Lagen in de aarde

Slide 4 - Tekstslide

Lagen in de aarde
Er zijn meerdere manieren om de lagen te benoemen. 

Kijk je naar de samenstelling van de materialen, dan heeft de aarde maar 3 lagen. 
- Korst
- Mantel
- (Binnen en buiten)kern


Slide 5 - Tekstslide

Lithosfeer(licht en donker beige)
Dit is de buitenste laag van de aarde. 

Deze laag is vast. 

Het bovenste deel is de aardkorst.
Het onderste deel hoort bij de mantel.

Slide 6 - Tekstslide

Astenosfeer (Rood)
Deze laag is vloeibaar en door de hoge temperatuur makkelijk te vervormen. 

De lithosfeer drijft als het ware op deze laag. 

Hierdoor kunnen aardplaten schuiven. 

Slide 7 - Tekstslide

Rest van de mantel (Geel, roze, rood, licht beige)
De mantel is vast, maar wel nog te vervormen. 

Bestaat ook uit meerdere lagen. 

Slide 8 - Tekstslide

Buitenkern (Donkergrijs) 
Bestaat vooral uit ijzer en nikkel. 

Deze laag is vloeibaar. 

Door de stroming van ijzer en nikkel ontstaat het magneetveld van de aarde.

Slide 9 - Tekstslide

Binnenkern (Lichtgrijs)
Door de grote druk van buitenaf is het binnenste van de kern vast. 

Slide 10 - Tekstslide

Opbouw van de aarde
Kern is van ijzer

Hoe kan binnenkern vast zijn terwijl het daar heter is?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Convectie cellen in de mantel
warmte productie

radioactief 
 verval.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Aardbevingen
- Ontstaan door het schuiven van platen.

- Zoals in het filmpje te zien schuiven platen van elkaar of naar elkaar toe.

- Hier worden vaak grote krachten opgebouwd en ontstaat een grote spanning (vergelijk dit met een ver ingedrukte veer).

Slide 17 - Tekstslide

welke grootheid speelt een rol?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe diep is het diepste gat dat gegraven is door de mens?

Slide 19 - Open vraag

Geofysische methoden

Slide 20 - Tekstslide

Zwaartekrachtmeting en gravimetrie
De zwaartekracht en valversnelling zijn niet overal op aarde even groot. 

Dit is afhankelijk van de dichtheid van de gesteenten die in de grond zitten. 

Slide 21 - Tekstslide

Seismologie en seismiek
Seismologie: Meten aan trillingen in de aarde. 

Seismiek: Zelf trillingen opwekken om zo meer te weten te komen over de ondergrond. 

Slide 22 - Tekstslide

Magnetische metingen of magnetometrie
Gesteenten hebben verschillende magnetische eigenschappen, door aan magnetisme te meten is het mogelijk om gesteenten op te sporen. 

Slide 23 - Tekstslide

Elektrische weerstandsmeting
De weerstand van verschillende gesteenten is anders. 

Door een sterke spanningsbron met elektroden in de grond te zetten en op verschillende plekken de spanning te meten, kan dit iets zeggen over de bodem. 

Slide 24 - Tekstslide

Elektromagnetische methode
Hiermee kun je onderzoeken of er geleidende materialen in de bodem zitten. 

Slide 25 - Tekstslide

Door welke laag gaan de aardplaten verschuiven.
A
Lithosfeer
B
Asthenosfeer
C
Mantel
D
Buitenkern

Slide 26 - Quizvraag

Welke metalen zitten er in de kern?
A
Aluminium en Gallium
B
Zink en Lood
C
Nikkel en IJzer
D
Tin en Chroom

Slide 27 - Quizvraag

Toepassingen
Onderzoek naar aardbevingen. 




Voorspellen van vulkaanuitbarstingen.

Slide 28 - Tekstslide