H6.1 en 6.2 Inwendige van de aarde en Zwaartekrachtmetingen

Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.
6.2: Zwaartekrachtmetingen

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 paragraaf 1 en 2
6.1: Het inwendige van de aarde.
6.2: Zwaartekrachtmetingen

Slide 1 - Tekstslide

6.1
Het inwendige van de aarde

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les kan ik ...
... een aantal geofysische (meet)methoden benoemen.

... eigenschappen van verschillende aardlagen benoemen en verklaren. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe diep is het diepste gat dat gegraven is door de mens?

Slide 4 - Open vraag

Geofysische methoden

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekrachtmeting en gravimetrie
De zwaartekracht en valversnelling zijn niet overal op aarde even groot. 

Dit is afhankelijk van de dichtheid van de gesteenten die in de grond zitten. 

Slide 6 - Tekstslide

Seismologie en seismiek
Seismologie: Meten aan trillingen in de aarde. 

Seismiek: Zelf trillingen opwekken om zo meer te weten te komen over de ondergrond. 

Slide 7 - Tekstslide

Magnetische metingen of magnetometrie
Gesteenten hebben verschillende magnetische eigenschappen, door aan magnetisme te meten is het mogelijk om gesteenten op te sporen. 

Slide 8 - Tekstslide

Elektrische weerstandsmeting
De weerstand van verschillende gesteenten is anders. 

Door een sterke spanningsbron met elektroden in de grond te zetten en op verschillende plekken de spanning te meten, kan dit iets zeggen over de bodem. 

Slide 9 - Tekstslide

Elektromagnetische methode
Hiermee kun je onderzoeken of er geleidende materialen in de bodem zitten. 

Slide 10 - Tekstslide

Lagen in de aarde

Slide 11 - Tekstslide

Lagen in de aarde
Er zijn meerdere manieren om de lagen te benoemen. 

Kijk je naar de samenstelling van de materialen, dan heeft de aarde maar 3 lagen. 
- Korst
- Mantel
- (Binnen en buiten)kern


Slide 12 - Tekstslide

Lithosfeer(licht en donker beige)
Dit is de buitenste laag van de aarde. 

Deze laag is vast. 

Het bovenste deel is de aardkorst.
Het onderste deel hoort bij de mantel.

Slide 13 - Tekstslide

Astenosfeer (Rood)
Deze laag is vloeibaar en door de hoge temperatuur makkelijk te vervormen. 

De lithosfeer drijft als het ware op deze laag. 

Hierdoor kunnen aardplaten schuiven. 

Slide 14 - Tekstslide

Rest van de mantel (Geel, roze, rood, licht beige)
De mantel is vast, maar wel nog te vervormen. 

Bestaat ook uit meerdere lagen. 

Slide 15 - Tekstslide

Buitenkern (Donkergrijs) 
Bestaat vooral uit ijzer en nikkel. 

Deze laag is vloeibaar. 

Door de stroming van ijzer en nikkel ontstaat het magneetveld van de aarde.

Slide 16 - Tekstslide

Binnenkern (Lichtgrijs)
Door de grote druk van buitenaf is het binnenste van de kern vast. 

Slide 17 - Tekstslide

Door welke laag gaan de aardplaten verschuiven.
A
Lithosfeer
B
Asthenosfeer
C
Mantel
D
Buitenkern

Slide 18 - Quizvraag

Welke metalen zitten er in de kern?
A
Aluminium en Gallium
B
Zink en Lood
C
Nikkel en IJzer
D
Tin en Chroom

Slide 19 - Quizvraag

Toepassingen
Onderzoek naar aardbevingen. 




Voorspellen van vulkaanuitbarstingen.

Slide 20 - Tekstslide

Na deze les kan ik ...
... een aantal geofysische (meet)methoden benoemen.

... eigenschappen van verschillende aardlagen benoemen en verklaren. 

Slide 21 - Tekstslide

Ik heb deze doelen behaald.
010

Slide 22 - Poll

6.2
Zwaartekrachtmetingen

Slide 23 - Tekstslide

Na deze les kan ik ...
... uitleggen wat de invloed van een grotere afstand tot de aardkern heeft op de valversnelling.

... uitleggen welke invloed de nabijheid van een grote massa heeft op de valversnelling. 

... de valversnelling corrigeren voor massa en afstand. 

Slide 24 - Tekstslide

De valversnelling, g
Fz=mg

Slide 25 - Tekstslide

De valversnelling, g
Fz=mg
g= 9.81 m/s2

Slide 26 - Tekstslide

De valversnelling, g wordt bepaald door de aantrekkingskracht van de aarde. Hoe zou de valversnelling veranderen als: 1. de massa van de aarde groter zou zijn en 2. je verder weg van de aarde zou zijn?
A
1. g wordt groter 2. g wordt groter
B
1.g wordt groter 2. g wordt kleiner
C
1. g wordt kleiner 2. g wordt groter
D
1. g wordt kleiner 2. g wordt kleiner

Slide 27 - Quizvraag

De valversnelling, g
g=r2GM
G: gravitatieconstante = 6.67*10-11Nm2kg-2 
M: massa van het object dat een voorwerp aantrekt (de aarde) (kg)
r: de afstand van het voorwerp tot het massamiddelpunt van het object (m)

voorwerp


Object

Slide 28 - Tekstslide

De aarde is niet rond!

Slide 29 - Tekstslide

De aarde is niet rond!
de vervormingen zijn niet op schaal!

Slide 30 - Tekstslide

De aarde is niet rond!
r is niet overal constant, dus g ook niet

g=r2GM

Slide 31 - Tekstslide

De aarde is niet rond!
1. Reliëf: gebergte, dalen, zeeën
2. Afplatting aarde

Slide 32 - Tekstslide

Op de evenaar is de valversnelling ... op de noordpool.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan

Slide 33 - Quizvraag

De correctie op de zwaartekrachtversnelling
1. als resultaat van een grotere afstand
g=r2GM
h

Slide 34 - Tekstslide

De correctie op de zwaartekrachtversnelling
1. als resultaat van een grotere afstand


g=r2GM
δghoogte=R2gh=0.3086105h
δ
= "een kleine correctie op"
g= valversnelling op zeeniveau (m/s2)
R= straal aarde (m)
h= hoogte boven zeeniveau (m)

h

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

De correctie op de zwaartekrachtversnelling
2. als resultaat van de "extra massa" onder je


g=r2GM
δgB=0.1119105h
extra massa

Slide 37 - Tekstslide

De correctie op de zwaartekrachtversnelling
gmeting=gcorr+δghoogte+δgB
wat je meet      gecorrigeerde      correctie          correctie
                              valversnelling      hoogte              massa

Slide 38 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over 1. en 2. als je in een diep dal staat?
gB
ghoogte
A
1. is positief 2. is negatief
B
1. is positief 2. is positief
C
1. is negatief 2. is negatief
D
1. is negatief 2. is positief

Slide 39 - Quizvraag

Na deze les kan ik ...
... uitleggen wat de invloed van een grotere afstand tot de aardkern heeft op de valversnelling.

... uitleggen welke invloed de nabijheid van een grote massa heeft op de valversnelling. 

... de valversnelling corrigeren voor massa en afstand. 

Slide 40 - Tekstslide

Ik heb de doelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll