Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
heb je geoefend met formuleren & werkwoordspelling.
Formuleren: Cursus 5, par. 1, opdr. 32 t/m 40
Werkwoordspelling: Cursus 7, par. 1 t/m 3, alle opdrachten + trainen (opdrachten naar keuze)
Slide 2 - Tekstslide
Een keuze..
Ben je goed in werkwoordspelling?
Dan mag je alvast beginnen met de opdrachten:
Cursus 7 Spelling, alle opdrachten van par. 1 t/m 3
Slide 3 - Tekstslide
Stroomschema pvvt
Stroomschema pvvt
Slide 4 - Tekstslide
Maar...
.. wat nou als het geen persoonsvorm is?
Slide 5 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Zinnen met een opdracht/bevel erin.
In zinnen met een gebiedende wijs staat geen onderwerp!
Ik-vorm (tt): Luister naar je leraar. / Kijk goed uit!/ Doede deur dicht. / Pas op!
Slide 6 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge- / ver- / be- / ont-.
In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een ander werkwoord (hulpwerkwoord) --> hebben / zijn / worden.
Slide 7 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Slide 8 - Tekstslide
Verschil pv & voltooid deelwoord
Slide 9 - Tekstslide
Onvoltooid deelwoord
De situatie / handeling is nog steeds bezig (= onvoltooid)
Een onvoltooid deelwoord spel je als infinitief + d:
> Zingend
> Lopend
> Huilend
Slide 10 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord maken: een gelopen race, een lopend vuurtje.
Soms moet je een -e achter het woord zetten. Spel het bn zo kort en eenvoudig mogelijk: de verbrande hand; de vergrote kamer (niet vergrootte)
Soms moet je voor de uitspraak -tt of -dd schrijven: het bekladde behang
Voltooide deelwoorden die op -en eindigen veranderen niet als je ze als bijvoeglijk naamwoorden gebruikt. De -n blijft dus staan: de gelopen race (niet: de geloopte race)
Slide 11 - Tekstslide
BN: voltooid & onvoltooid
Voltooid: de deur is geverfd
onvoltooid: lopend belt hij zijn moeder
de geverfde deur
de gewonnen wedstrijd
het verzonnen verhaal
een lopend vuurtje
Slide 12 - Tekstslide
Importwerkwoorden (1)
Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn.
Gebruik voor het voltooid deelwoord de verlengproef,
bijv. Ik heb vooral gerelaxt. ; Heleen heeft gisteren nog gejogd.
Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt:
bijv. breakdancen – hij heeft vroeger gebreakdancet.
bijv. gamen - Zij heeft vandaag nog gegamed.
Slide 13 - Tekstslide
Importwerkwoorden (2)
Spel het onvoltooid deelwoord als infinitief + d(e)
bijv. Een zware blessure fakend schreeuwde de spits het uit.
Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk:
bijv. pamperen - De gepamperde jongeren.
Laat ook hier de uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt: