De verzuiling

3.3 De Verzuiling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 De Verzuiling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
-Hoe en waardoor raakte de Nederlandse samenleving verzuild?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling van de vorige les, LessonUp
  • Veel uitleg met LessonUp vragen en een filmpje
  • Bezig met de opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan het parlement gebruik maken van het recht van amendement?
A
Door het uitroepen van de noodtoestand in het land.
B
Door het afsluiten van handelsovereenkomsten met andere landen.
C
Door het benoemen van rechters in het gerechtshof.
D
Door het indienen van wijzigingsvoorstellen op wetsvoorstellen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat beperkte de volledige democratie in Nederland na 1848?
A
Alleen mannen met een bepaald inkomen mochten stemmen.
B
Vrouwen hadden meer rechten.
C
Er waren geen verkiezingen.
D
Iedereen mocht stemmen.

Slide 5 - Quizvraag

1. De Grondwet
  • NL is naast een democratie ook een rechtsstaat; een land waarin de rechten en plichten van burgers én de overheid in de grondwet zijn vastgelegd.
  • Rechten: Gelijkheid en vrijheid. Je hebt recht op... (privacy, meningsuiting, stemmen)
  • Plichten: Je bent verplicht om... (belasting, school, wet)

Slide 6 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
  • Om het volk te beschermen tegen de overheid zijn er klassieke grondrechten bedacht:
  1. Vrijheid van Godsdienst
  2. Vrijheid van meningsuiting
  3. Vrijheid van drukpers
  4. Vrijheid van vereniging & vergadering
  5. vrijheid van onderwijs

Slide 7 - Tekstslide

Katholieken en gereformeerden
tot 1848:protestanten bevoorrechte positie.
1/3 bevolking: katholiek
Kath geloof is toegestaan, maar Kath kerk als instantie niet.

grondwet 1848:
-vrijheid van godsdienst.
Ook Kath mogen zich verenigen

Slide 8 - Tekstslide

Abraham Kuyper
  • Veel protestanten niet blij met godsdienstvrijheid. Willen geen invloed van Kath.
  • Binnen de samenleving een aparte protestante gemeenschap.
  • dominee Abraham Kuyper (1837-1920): 'soevereiniteit in eigen kring'.
  • Oprichting ARP (1879)
  • Partners moesten in de eigen kring worden gevonden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Verzuiling
De verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging: iedere zuil (groep) heeft zijn eigen politieke partij, vakbond, krant en verenigingen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hieronder wordt de verzuilde samenleving nagespeeld.
Sleep de verzuilde groepen naar de juiste plek:
Hierna: Sleepvraag.
Katholieken
protestanten
liberalen
socialisten

Slide 13 - Sleepvraag

Hieronder wordt de verzuilde samenleving nagespeeld.
Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek:
Hierna: uitleg Eerste Feministische Golf
Zij willen een maatschappij waarin iedereen gelijk is.
Zij komen vooral op voor de belangen van de arbeiders.
Zij zijn voorstanders van christelijke politiek.
Zij willen een samenleving waarin de overheid zo weinig mogelijk te zeggen heeft.

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek:
Hierna: een poll 'In welke zuil bevindt jij je'?
School met den Bijbel
Liberaal
ARP
RKSP
SDAP

Slide 16 - Sleepvraag

Schoolstrijd
  • Alleen openbare scholen krijgen subsidie van de overheid
  • Bijzondere (=godsdienstig) scholen krijgen géén geld van de overheid

  • Schoolstrijd: confessionelen (protestanten en katholieken) willen gelijke behandeling (emancipatie)

  • Belangrijkste politieke vraagstukken: schoolstrijd en algemeen kiesrecht

  • 1917 Pacificatie

Slide 17 - Tekstslide

De stem van de arbeider
  • 1848: elite stemt, arbeiders geen stem
  • niemand neemt het op voor hen.
  • De overheid moest zich inzetten voor de arbeiders -> beter loon/werk, uitkering
  • Er moest volgens de socialisten algemeen kiesrecht komen, zodat de arbeiders ook een stem hadden.
  • In 1881 wordt er een socialistische politieke partij opgericht, de SDB. Ferdinand Domela Nieuwenhuis kwam als eerste socialist in de Tweede Kamer. 


Slide 18 - Tekstslide

Welke zuil richtte als eerste een politieke partij op?
A
Protestantse zuil
B
Socialistische zuil
C
Katholieke zuil
D
Liberaal

Slide 19 - Quizvraag

Welke groep in de samenleving waren de aanhangers van de liberalen in de 19e eeuw?
A
De arbeiders
B
De boeren
C
De adel
D
Rijke burgers

Slide 20 - Quizvraag

Wat wilden de confessionelen bereiken in de schoolstrijd?
A
Staatscontrole op religieus onderwijs
B
Beperking van de vrijheid van onderwijs
C
Afschaffing van bijzonder onderwijs
D
Gelijke financiering voor openbaar en bijzonder onderwijs

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
3.3 B (5 t/m 19)

Klaar? --> nakijken
Vraag de docent om de antwoorden aan te zetten 

Slide 22 - Tekstslide