In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
2.3 De Verzuiling
Slide 1 - Tekstslide
De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
-Hoe en waardoor raakte de Nederlandse samenleving verzuild?
Slide 3 - Tekstslide
1. De Grondwet
NL is naast een democratie ook een rechtsstaat; een land waarin de rechten en plichten van burgers én de overheid in de grondwet zijn vastgelegd.
Rechten: Gelijkheid en vrijheid. Je hebt recht op... (privacy, meningsuiting, stemmen)
Plichten: Je bent verplicht om... (belasting, school, wet)
Slide 4 - Tekstslide
Klassieke grondrechten
Om het volk te beschermen tegen de overheid zijn er klassiekegrondrechten bedacht:
Vrijheid van Godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers
Vrijheid van vereniging & vergadering
vrijheid van onderwijs
Slide 5 - Tekstslide
Katholieken en gereformeerden
tot 1848:protestanten bevoorrechte positie.
1/3 bevolking: katholiek
Kath geloof is toegestaan, maar Kath kerk als instantie niet.
grondwet 1848:
-vrijheid van godsdienst.
Ook Kath mogen zich verenigen
Slide 6 - Tekstslide
Abraham Kuyper
Veel protestanten niet blij met godsdienstvrijheid. Willen geen invloed van Kath.
Binnen de samenleving een aparte protestante gemeenschap.
dominee Abraham Kuyper (1837-1920): 'soevereiniteit in eigen kring'.
Oprichting ARP (1879)
Partners moesten in de eigen kring worden gevonden
Slide 7 - Tekstslide
Confessionalisme
Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
Katholicisme
Protestantisme
Slide 8 - Tekstslide
Verzuiling
De verdelingvan de samenleving in groepenmet een eigen politieke of godsdienstige overtuiging: iedere zuil (groep) heeft zijn eigen politieke partij, vakbond, krant en verenigingen.
Slide 9 - Tekstslide
Verzuiling
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Schoolstrijd
Alleen openbare scholen krijgen subsidie van de overheid
Bijzondere (=godsdienstig) scholen krijgen géén geld van de overheid
Schoolstrijd: confessionelen (protestanten en katholieken) willen gelijke behandeling (emancipatie)
Belangrijkste politieke vraagstukken: schoolstrijd en algemeen kiesrecht
1917 Pacificatie
Slide 13 - Tekstslide
De stem van de arbeider
1848: elite stemt, arbeiders geen stem
niemand neemt het op voor hen.
De overheid moest zich inzetten voor de arbeiders -> beter loon/werk, uitkering
Er moest volgens de socialisten algemeen kiesrecht komen, zodat de arbeiders ook een stem hadden.
In 1881 wordt er een socialistische politieke partij opgericht, de SDB. Ferdinand Domela Nieuwenhuis kwam als eerste socialist in de Tweede Kamer.