Herhalen H2 uit Learnbeat

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Herhalen 2.1

Atoombouw

protonen, neutronen en elektronen

massagetal

atoommodel van Bohr

ionen

Protonen zijn bouwstenen van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?

1. In de kern, negatieve lading
2. in de kern, positieve lading
3. in de elektronenwolk, negatieve lading
4. in de kern, geen lading

Hoeveel neutronen heeft Li?

1. 3
2. 5
3. 8
4. 11

Hoeveel protonen heeft Boor (B)

1. 5
2. 11
3. 6
4. 13

Hoeveel protonen heeft magnesium?

1. 12
2. 24,3
3. 12,3
4. 36,3

Hoeveel elektronen heeft een atoom met 30 protonen

1. 44
2. 8
3. 11
4. 30

protonen + neutronen = massagetal

1. waar
2. niet waar

K-schil
L-schil
M-schil

Hoeveel elektronen heeft een chloor-atoom in elke schil?

8 elektronen

2 elektronen

7 elektronen

Herhalen 2.2

Periodiek systeem

perioden en groepen

alkalimetalen, aardalkalimetalen, halogenen en edelgassen

De volgende gassen zijn edelgassen:

1. helium en fluor
2. helium en argon
3. stikstof en argon
4. stikstof en fluor

Groep 1 van het periodiek systeem

Groep 17 van het periodiek systeem

Groep 2 van het periodiek systeem

Groep 18 van het periodiek systeem

Edelgassen

Alkalimetalen

Aardalkalimetalen

Halogenen

Sleep de begrippen naar de juiste plek in het periodiek systeem.

Let op er blijven begrippen over!

Groepen

Zouten

Perioden

Edelgassen

Halogenen

Niet-metalen

Formules

Metalen

Herhalen 2.3

soort stof: 

metaal, moleculaire stof en zout

geleiding van stroom per soort stof

Metaal, zout of moleculaire stof?

NaF​​​

1. Metaal
2. moleculaire stof
3. Zout

Een moleculaire stof kan stroom geleiden

1. in de vloeibare fase
2. in de vaste fase
3. in vloeibare en vaste fase
4. een moleculaire stof geleidt geen stroom

Welke van deze stoffen is een moleculaire stof?

1. Fe
2. KNO​3​​
3. NaCl
4. CO​2​​

Welke van deze stoffen geleidt stroom?

1. Fe(l)
2. NaNO​3​​(s)
3. NaCl(l)
4. CO​2​​(g)

Deel de stoffen in bij de juiste groep. Namen en formules van stoffen kun je vinden in paragraaf 2.1 en het Periodiek Systeem.

METALEN

ZOUTEN

MOLECULAIRE STOFFEN

wolfraam

calcium

broom

glucose

CuCl2

methaan

lithium

ammoniak

natriumchloride

Herhalen 2.4

naamgeving moleculaire stoffen 

geef de systematische naam van

Cl​2​​O​3​​

1. dichloridetrioxide
2. chloortrioxide
3. dikoolstoftrioxide
4. dichloortrioxide

Wat is de systematische naam van

S​2​​O​2​​

1. Dizwaveldioxide
2. Dizwaveldizuurstof
3. Zwaveldioxide
4. Zwavelzuurstof

Wat is de systematische naam van:

PCl​5​​

Wat is de systematische naam van

NF​3​​

Herhalen 2.5

Rekenen aan moleculen

molecuulmassa berekenen

massapercentage berekenen 

Bereken de molecuulmassa van

( Ba= 137,33 Cl= 35,45)

BaCl​2​​

1. 280,32 u
2. 208,23 u
3. 172,67 u
4. 172,48 u

Bereken de molecuulmassa van

(Mg=24,31 Cl= 35,45)

MgCl​2​​

1. 95,213
2. 59,763
3. 131,232
4. 102,241

Wat is het massapercentage van zuurstof in ?

H​2​​SO​4​​

Wat is het massapercentage van koolstof in glucose?