Chapitre3:vouloir-pouvoir + voca E

Havo2 lundi 18 mars

         BONJOUR 
               ET 
         BIENVENUE
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo2 lundi 18 mars

         BONJOUR 
               ET 
         BIENVENUE

Slide 1 - Tekstslide

Départ

  • Interrogation voca E et
     les vêtements
  • Grammaire : vouloir &       pouvoir
  • Au boulot!

Chap 3: Les bonnes affaires 2h

Slide 2 - Tekstslide

Les objectifs
Après le cours tu peux: 
  • kan je iemand beschrijven
  • kan je het werkwoord vouloir & pouvoir vervoegen
  • kan je de vervoeging gebruiken in een Franse zin

Slide 3 - Tekstslide

On commence avec une petite interrogation

Slide 4 - Tekstslide

désolé(e)
décider
j'ai perdu
peut-être
ne ... rien
ensemble
seul(e)
un mois
een maand
misschien
samen
sorry
ik heb verloren
besluiten
alleen
niets

Slide 5 - Sleepvraag

0

Slide 6 - Video

Elle porte :
A
une robe, des baskets et un sac
B
une jupe, des chaussures et un cardigan
C
une robe, un t-shirt et des chaussures
D
une jupe, des chaussures et un cardigan blanc

Slide 7 - Quizvraag

Elle porte :
A
un t-shirt violet et un pantalon marron
B
un t-shirt rose et une jupe violette
C
un t-shirt rose et blanc et un pantalon jaune
D
un t-shirt rose et blanc et un pantalon violet

Slide 8 - Quizvraag

Puis
  • Grammaire et écrire (p124)
  • Pouvoir & vouloir
  • Prends ton cahier & un stylo
  • On regarde la vidéo

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in je schrift:
Titel:  De onregelmatige werkwoorden vouloir en pouvoir

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in je schrift: 
Vouloir
Willen
Je veux
Ik wil
Tu veux
Jij wilt
Il/elle veut
Hij/zij wilt
On veut
Wij willen
Nous voulons
Wij willen
Vous voulez
Zij willen / u wilt
Ils/Elles veulent
Zij willen

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Pouvoir
Kunnen/mogen
Je peux
Ik kan/mag
Tu peux
Jij kunt/mag
Il/elle peut
Zij kan/mag
On peut
Wij mogen/kunnen
Nous pouvons
Wij kunnen/mogen
Vous pouvez
Zij kunnen/mogen / u kunt/mag
Ils/Elles peuvent
Zij kunnen/mogen

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf ook in je schrift
Let op! 
Na vouloir en pouvoir komt vaak nog een tweede werkwoord. Dit staat altijd direct achter de vorm. In het Nederlands is dit niet altijd het geval.

Je veux acheter un cadeau = Ik wil een cadeau kopen
Nous pouvons poser des questions? = Kunnen wij vragen stellen?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Maintenant au boulot!
Les devoirs demain: 
Faire: exercice 31

à demain!

Slide 18 - Tekstslide