révision ch 3

Herhaling H3


Les Gemaakt door: Mirko
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H3


Les Gemaakt door: Mirko

Slide 1 - Tekstslide

Introduction
k
  • VOCA
  • Zinnen
  • Aanw. vnw
  • Pouvoir/Vouloir
  • Avoir / Être/ P.C / Présent -er

Slide 2 - Tekstslide

1. VOCA

Slide 3 - Tekstslide

le short de bain
A
de trui
B
de zwembroek
C
de jurk
D
de broek

Slide 4 - Quizvraag

la couleur
A
het object
B
de tieners
C
de straat
D
de kleur

Slide 5 - Quizvraag

la blague
A
de grap
B
de mode
C
het merk
D
het ding

Slide 6 - Quizvraag

la chemise
A
chemisch
B
de hoed
C
het overhemd
D
de spijkerbroek

Slide 7 - Quizvraag

propre
A
vreselijk
B
orgineel
C
eigen
D
het verschil

Slide 8 - Quizvraag

utiliser
A
auto rijden
B
genoeg
C
minder
D
gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

gentil, gentille
A
lief
B
mogelijk
C
alleen
D
samen

Slide 10 - Quizvraag

le mois
A
de maand
B
mogelijk
C
misschien
D
niets

Slide 11 - Quizvraag

appeler
A
dragen
B
uitgeven
C
verslaafs
D
noemen

Slide 12 - Quizvraag

plusieurs
A
bijna
B
meerdere
C
misschien
D
mogelijk

Slide 13 - Quizvraag

Oui, je voudrais acheter un nouveau jean.

Slide 14 - Open vraag

Non, il est trop petit.

Slide 15 - Open vraag

Qu'est-ce qu'il aime?

Slide 16 - Open vraag

Je cherche un cadeau pour Kayin.

Slide 17 - Open vraag

Tu fais quelle taille?

Slide 18 - Open vraag

AANWijzend VoorNaamWoord

Slide 19 - Tekstslide

AANW.VNW
Aanwijzend Voornaamwoorden begruik je voor de woorden:
  • Die 
  • Dit
  • Deze 
  • Dat

Mannelijk - ce
Mannelijk met h of klinker - cet
Vrouwelijk - cette  
ALLE MEERVOUD - CES

Slide 20 - Tekstslide

Deze jongen

Slide 21 - Open vraag

Dit meisje

Slide 22 - Open vraag

Dit hotel

Slide 23 - Open vraag

Deze jongens

Slide 24 - Open vraag

Deze meisjes

Slide 25 - Open vraag

Pouvoir et Vouloir

Slide 26 - Tekstslide

De woorden Pouvoir en Vouloir zijn onregelmatig!
Pouvoir: (kunnen)
Je Peux
Tu Peux
Il peut
Nous Pouvons
Vous Pouvez
Ils Peuvent
POUVOIR ET VOULOIR
Vouloir: (willen)
Je Veux
Tu Veux
Il Veut
Nous Voulons
Vous Voulez
Ils Veulent 

Slide 27 - Tekstslide

Ik wil een ijsje!

Slide 28 - Open vraag

Ik wil een cadeau kopen.

Slide 29 - Open vraag

Mag ik deze spijkerbroek passen?

Slide 30 - Open vraag

Wil je het kopen?

Slide 31 - Open vraag