Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Slide 1 - Tekstslide
Letterlijk
Letterlijk taalgebruik betekent dat wat er gezegd wordt, ook precies zo bedoeld is.
Ik ben gevallen, ik heb een blauwe plek. Ik heb ook echt een blauwe plek als ik val.
Slide 2 - Tekstslide
Figuurlijk
Figuurlijk taalgebruik dat er iets anders gezegd dan dat er bedoeld wordt.
Ik heb vlinders in mijn buik, ik ben verliefd.
Slide 3 - Tekstslide
Lisa trekt haar schoenen aan.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 4 - Quizvraag
Ik tikte Ruben op zijn rug.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 5 - Quizvraag
Vicky trekt haar stoute schoenen aan.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 6 - Quizvraag
De stoute schoenen aantrekken
= iets doen wat moed vergt, 'stout' betekent hier dapper
Slide 7 - Tekstslide
Je neus bloedt, wil je een papieren zakdoekje?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 8 - Quizvraag
De juf tikte Thibault op zijn vingers.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 9 - Quizvraag
Iemand op de vingers tikken
= iemand berispen
Slide 10 - Tekstslide
Achter de wolken schijnt de zon.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 11 - Quizvraag
Achter de wolken schijnt de zon
= als deze moeilijke tijd voorbij is, komt er weer een betere tijd, alle tegenslagen zijn tijdelijk
Slide 12 - Tekstslide
Ze moet wat water bij de wijn doen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 13 - Quizvraag
Water bij de wijn doen
= je eisen of standpunt aanpassen door toegevingen te doen
Slide 14 - Tekstslide
Onder de boom lag een dode mus.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 15 - Quizvraag
Ik leidde Tom om de tuin.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 16 - Quizvraag
Iemand om de tuin leiden
= iemand bedriegen, iemand misleiden
Slide 17 - Tekstslide
Je maakt me blij met een dode mus.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 18 - Quizvraag
Iemand blij maken met een dode mus
= iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn
Slide 19 - Tekstslide
Het is altijd hetzelfde liedje.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 20 - Quizvraag
Het is altijd hetzelfde liedje
= iets herhaalt zich telkens weer zonder verandering, teleurstelling / irritatie
Slide 21 - Tekstslide
Zij doet alsof haar neus bloedt.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 22 - Quizvraag
Doen alsof je neus bloedt
= doen alsof je van niets weet
Slide 23 - Tekstslide
De tandarts voelde aan Marks tand.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 24 - Quizvraag
Vandaag regent het, maar voor morgen is beter weer voorspeld.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 25 - Quizvraag
Tom voelde Mark aan de tand.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 26 - Quizvraag
Iemand aan de tand voelen
= iemand ondervragen, proberen om informatie los te krijgen bij iemand
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1F les 32: figuurlijk en letterlijk taalgebruik
Oktober 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
les 32: figuurlijk en letterlijk taalgebruik
20 dagen geleden
- Les met
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T6L5: Het neusje van de zalm
Februari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 17: figuurlijk taalgebruik (DG-D/A)
Januari 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3HW, 3LA, 3LB
November 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3EWa, 3EWb, 3NW
November 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 39: spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
Mei 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 11: figuurlijk taalgebruik (DO)
Maart 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs