Bloedtransfusie

Bloedgroepen en bloedtransfusies
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bloedgroepen en bloedtransfusies

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bloedbestanddelen
Bloedbestanddelen:  
1. witte bloedcellen
2. rode bloedcellen.
3. bloedplaatjes 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer heb je bloed nodig? 

Bloedtransfusie: bloed krijgen van een donor. 
(bv ongeluk/operatie)

Bloeddonor: staat bloed af. (+- 3xper jaar)



Slide 4 - Tekstslide

Welk bloedbestanddeel bij welk type bloedtransfusie? 
1. Rode bloedcellen ->  patiënt met veel bloedverlies (ongeluk/bloedarmoede)
2. Bloedplasma ->  patiënten met brandwonden, ernstige infectie en hemofilie (bloed stolt niet goed) 
3. Bloedplaatjes: Leukemiepatiënten (plaatjes én rode bloedcellen)  
*Leukemie = beenmergkanker -> aanmaak witte bloedcellen ontregeld - teveel onrijpe cellen / productie andere onderdelen knelt -> te weinig bloedplaatjes. 

Slide 5 - Tekstslide

Kun je van iedereen bloed krijgen?
- Nee. Je lichaam 'strijdt' tegen lichaamsvreemde bloedcellen.
Antigenen: herkenningseiwitten op de rode bloedcellen .  Anders dan de jouwe? -> Je antistoffen: ruimen lichaamsvreemde stoffen op. 

Slide 6 - Tekstslide

Antigenen op de bloedcellen
Op je rode bloedcellen zitten antigenen, die noem je ook wel bloedfactoren.

Afhankelijk van welke antigenen er op je rode bloedcellen zitten heb je een bepaalde bloedgroep.



Slide 7 - Tekstslide

Antistoffen in het bloed
Elke bloedgroep heeft de antistoffen in het bloed tegen de antigenen die er niet zijn. Dit is aangeboren.




Slide 8 - Tekstslide

Bloedgroep A
Bloedgroep A heeft antigen A op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof B

Slide 9 - Tekstslide

Bloedgroep B
Bloedgroep B heeft antigen B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A

Slide 10 - Tekstslide

Bloedgroep AB
Bloedgroep AB heeft antigen A en B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit geen antistoffen

Slide 11 - Tekstslide

Bloedgroep 0
Bloedgroep 0 heeft geen antigenen op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A en B

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Bloedtransfusie

Verkeerde bloed gehad, ontstaat er bloedklontering

Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.

Levensbedreigende situaties (hartinfarct, herseninfarct) 




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bloedgroepen
Sleep naar de juiste plaats
Antistof A
Antistof B
Antistof A en antistof B
Geen antistoffen
Antigen A
Antigen B
Antigen A en antigen B
Geen antigenen

Slide 18 - Sleepvraag

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 19 - Quizvraag

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antistoffen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 20 - Quizvraag

Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 21 - Quizvraag

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Iemand heeft resus-positief (Rh+) bloed.
Welk antigeen heeft hij op de buitenkant van zijn rode bloedcellen?
Kan hij resus-antistof maken?
A
wel resus-antigeen wel resus-antistof
B
wel resus-antigeen geen resus-antistof
C
geen resus-antigeen wel resus-antistof
D
geen resus-antigeen geen resus-antistof

Slide 26 - Quizvraag

Ik heb de stof begrepen
A
Ja
B
Deels, maar ik wil eerst zelf aan de slag
C
Nee, ik heb hulp nodig

Slide 27 - Quizvraag