Economische geografie (herhaling)

Economische geografie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Economische geografie

Slide 1 - Tekstslide

Dit is de totale waarde van alle goederen en diensten die in één jaar geproduceerd worden door alle inwoners en bedrijven in een land gedeeld door het aantal inwoners
A
b.b.p.
B
gini-index
C
h.d.i.
D
b.b.p./persoon

Slide 2 - Quizvraag

De economie van Brazilië is kwetsbaar te noemen, omdat...
A
Ze veel hoogwaardige goederen exporteren
B
Ze afhankelijk zijn van grondstoffen
C
Ze afhankelijk zijn van buurlanden
D
Hun politiek corrupt is

Slide 3 - Quizvraag

Wat past goed bij een land
in de semi-periferie
A
Opkomende economie, sterke dienstensector
B
Opkomende economie, sterke industrie
C
Opkomende economie, sterke primaire sector
D
Opkomende economie, sterke tertiaire sector

Slide 4 - Quizvraag

De sociale ongelijkheid neemt toe in landen met een snel groeiende economie.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf 2011 ging het slechter met de Braziliaanse economie, omdat...
A
Er toen een nieuwe dictator kwam.
B
Door importsubstitutie
C
Omdat de mondiale grondstofprijzen daalden
D
Strikvraag: het ging toen juist beter met de economie.

Slide 7 - Quizvraag

Een Braziliaanse koffieboer die in de jaren vijftig een auto wilde importeren, moest daarvoor zo'n vijf ton koffie verkopen. Tegenwoordig moet hij wel vier keer zo veel koffie verkopen om dezelfde auto te kunnen betalen.
Dit is een voorbeeld van...
A
centrum-periferie tegenstelling
B
internationale arbeidsverdeling
C
ruilvoetverslechtering
D
opkomende economieën

Slide 8 - Quizvraag

I Brazilië importeert vooral eindproducten.
II Brazilië exporteert vooral grondstoffen en landbouwproducten.

A
I en II zijn waar
B
I en II zijn onwaar
C
I is waar en II is onwaar
D
I is onwaar en II is waar

Slide 9 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij:
'Het minder eenzijdig maken van de economie'?
A
Relativering
B
Neokolonialisme
C
Diversificatie
D
Corruptie

Slide 10 - Quizvraag

bij welke dimensie van globalisering past de volgende uitspraak het beste?
Dagelijks flitsen enorme kapitaalstromen over de wereld

A
Politiek
B
Sociaal
C
Cultuur
D
Economie

Slide 11 - Quizvraag

Een vrije markt economie is:
A
dat jezelf niet mag bepalen wat je produceert
B
dat je heel veel winst mag maken
C
dat de bedrijven bepalen wat ze produceren
D
hetzelfde als de Europese unie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een nadeel van het vergelijken van gebieden met het b.b.p. per persoon?
A
Geen rekening gehouden met koopkracht
B
Geen rekening gehouden met regionale verschillen
C
Geen rekening gehouden met de informele sector
D
Alle drie antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van de sectoren die achtereenvolgens het belangrijkst zijn in een zich ontwikkelend land?
A
landbouw - diensten - industrie
B
industrie - landbouw - diensten
C
landbouw - industrie - diensten
D
diensten - landbouw - industrie

Slide 14 - Quizvraag

Welk land hoort NIET bij de BRICS-landen?
A
Brazilië
B
Rusland
C
Zuid-Afrika
D
Indonesië

Slide 15 - Quizvraag

Welk land hoort NIET bij de semi-periferie?
A
Indonesië
B
India
C
Italië
D
Iran

Slide 16 - Quizvraag