Opdracht 4
1 a Hij beschrijft zijn vader als een poppenspeler die aan touwtjes van poppen trekt.
b Hij maakt duidelijk dat zijn vader heel veel macht over mensen zou krijgen.
2 Vier van de volgende zinnen:
– Sinds haar dood was het alsof zijn vader en hij in een droom leefden, een gedeelde, donkere droom. (regel 00)
– Zo gauw ze ’s ochtends het atelier binnengingen, was het voor hen of de wereld groter werd.
– Het was of Wessel en zijn vader doordrongen in diepten waar niemand hen was voorgegaan.
– Het bouwen van de klok of de kijker of hoe je het ding ook wilde noemen, was als een raadsel waarvan hij koste wat het kost de oplossing wilde weten.
– Lykke te zien, te spreken, haar in zijn armen te voelen, was als terugkeren op aarde – al was het tegelijk vaak onaards, zo heerlijk.
– Het was alsof hij in twee werelden verkeerde, die elkaar uitsloten.