In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Een overzicht van de formules:
Slide 1 - Tekstslide
Formule:
Formule voor een transformator
Een transformator:
Dit kun je ermee:
De spanning of het aantal windingen uitrekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Je sluit een transformator aan op het stopcontact van 230V. Er zitten 500 windingen aan de primaire kant en 150 aan de secundaire kant. Bereken het spanning aan de secundaire kant
Slide 3 - Open vraag
Formule:
Formule voor het uitrekenen van het vermogen
Dit kun je ermee
Het vermogen (P) of de stroomstermte (I) uitrekenen
Slide 4 - Tekstslide
Een rekenmachine werkt op een 1,5V batterij. Er loopt een stroom door van 8mA. Hoe groot is het vermogen?
Slide 5 - Open vraag
Formule:
Formule om energiegebruik uit te rekenen
Dit kun je ermee
De energie uitrekenen in kWh
(en bijvoorbeeld kosten uitrekenen)
OF
De energie uitrekenen in Joule
Slide 6 - Tekstslide
Een wasmachine van 1800W staat 150 keer per jaar aan. Elke was duurt 1,5 uur. 1 kWh kost 20 eurocent. Hoe hoog zijn de energiekosten per jaar?
Slide 7 - Open vraag
Een strijkijzer van 1500W staat 10 minuten aan. Hoeveel energie in JOULE is er gebruikt?
Slide 8 - Open vraag
Formule:
Formule voor totale stroom in een groep
En voor totaal vermogen in een groep
En de combinatie
Dit kun je ermee
Bijvoorbeeld uitrekenen hoe groot de stroom is en of de zekering dat aankan.
Slide 9 - Tekstslide
Een broodrooster (1,2kW), een oven (1800W), een radio (200W) en 4 lampen (elk 30W) worden aangesloten op een groep.
Bereken de stroomsterkte en leg uit de of zekering uitgaat.