In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Bouwsteen 6 Argumenteren
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt:
je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
een aantal drogredenen herkennen;
je tekst verlevendigen met figuurlijk taalgebruik;
Slide 2 - Tekstslide
even herhalen
Je kunt je standpunt onderbouwen met argumenten.
Met een argument zeg je waarom je iets vindt. Je geeft dus een reden.
Een reeks van argumenten noemen we daarom ook wel een redenering of een argumentatie.
Je herkent argumenten aan de volgende signaalwoorden:
-want -daarom
-omdat -namelijk
Slide 3 - Tekstslide
Handig!
Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.
Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt
Slide 4 - Tekstslide
even oefenen
Bolletje 5 lezen luisteren en bolletje 1 van schrijven maken
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Geldige argumenten en drogreden
Een goed argument klopt: het is een objectief, feitelijk argument, of een subjectief argument (een mening) dat goed ingezet wordt.
Er zijn echter ook foute argumenten. Dit noemen we ook wel drogredenen (drog= bedrog + reden = argument). Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
De onjuiste oorzaak – gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Slide 9 - Tekstslide
Onjuiste vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.
Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
welke onjuiste vergelijking wordt in het filmpje gemaakt?
Slide 10 - Tekstslide
0
Slide 11 - Video
Overhaaste generalisatie
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie
getrokken die voor alle gevallen geldt.
Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
Slide 12 - Tekstslide
de cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik heb geen honger want ik heb geen trek
Slide 13 - Tekstslide
de persoonlijke aanval
Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).
Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Het ontduiken van de bewijslast
Je keert de bewijslast om en laat de tegenpartij het tegendeel bewijzen.
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!
Slide 16 - Tekstslide
Het verschuiven van bewijslast
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk is te bewijzen.
Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.
Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.
Slide 19 - Tekstslide
Het bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk kan ingaan.
Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.
Slide 20 - Tekstslide
Een onjuist beroep op autoriteit
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.
Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
even oefenen
Bolletje 2 van schrijven
(reclameteksten)
timer
10:00
Slide 23 - Tekstslide
Herken de drogredenen
5 vragen
Slide 24 - Tekstslide
Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast
Slide 25 - Quizvraag
Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen.
A
Een onterecht beroep op autoriteit
B
Persoonlijke aanval
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van bewijslast
Slide 26 - Quizvraag
Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Een verkeerde vergelijking
B
De persoonlijke aanval
C
Het ontduiken van bewijslast
D
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
Slide 27 - Quizvraag
Er dreigt geen uitbraak van ebola. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht doen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval
Slide 28 - Quizvraag
Het bouwen van een kerncentrale is best gevaarlijk. Dat hoorde ik Famke Louise laatst nog zeggen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval
Slide 29 - Quizvraag
Iedereen weet toch dat alle autoverkopers oplichters zijn.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Aan het werk
Bouwstenen 3F
Hoofdstuk 6
6.2 Lezen maken opdr 9 t/m 16
Slide 33 - Tekstslide
Lesdoel gehaald?
Je kunt:
je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;