De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen.
Wat is het standpunt?
Wat is het argument?
Voor of achter het standpunt?
Feitelijk (objectief) of waarderend (subjectief) argument?
Slide 3 - Tekstslide
Je kunt argumenten vaak herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk, aangezien en immers.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Leerlingen moeten meebeslissen over nieuwe tafels en stoelen op school. [Leerlingen moeten kunnen testen of tafels en stoelen comfortabel zijn]
De zin tussen haakjes is een:
A
Standpunt
B
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Standpunt of argument? Omdat oude auto's heel vervuilend zijn, mogen ze niet meer in het centrum komen.
Omdat oude auto's heel vervuilend zijn is een ...
A
standpunt
B
argument
Slide 7 - Quizvraag
"Leerlingen moeten meebeslissen over nieuwe tafels en stoelen op school. Leerlingen moeten kunnen testen of tafels en stoelen comfortabel zijn." ["Maar dan kunnen we het meubilair niet meer vóór de kerstvakantie bestellen."] Deze laatste zin is een.....
A
Standpunt
B
Argument
C
Tegenargument
Slide 8 - Quizvraag
Feitelijk versus waarderend
Als iemand zijn standpunt ondersteunt met een feitelijke uitspraak noemen we die uitspraak een feitelijk argument.
Over een waarderend argument kun je van mening verschillen, over een feitelijk argument niet. Een waarderend argument moet daarom vaak ondersteund worden.
Slide 9 - Tekstslide
Feitelijke argumenten
Een feitelijk argument:
is waar / niet waar en is controleerbaar;
hoef je niet te onderbouwen.
Voorbeeld: I
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.
rom is Luxor prettiger?
Feitelijk of waarderend?
Kun je controleren of het argument klopt?
Slide 10 - Tekstslide
Waarderende argumenten
Een waarderend argument:
geeft een smaak of voorkeur weer;
hierover kun je van mening verschillen.
daarom moet je uitleggen waaróm je dat vindt.
Voorbeeld: Ik ga morgen naar de film kijken in Pathé, want die bioscoop vind ik veel prettiger. =>Waarom is Pathé prettiger?
Verschil
Kun je controleren of het argument klopt?
Slide 11 - Tekstslide
Feitelijk of waarderend?
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
timer
0:30
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 12 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend: Heel goed dat mobieltjes in de klas verboden zijn. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 13 - Quizvraag
Feitelijk of waarderend? Ik ga liever niet mee naar Parijs, want er is veel criminaliteit.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 14 - Quizvraag
Argumentatie op basis van...
- oorzaak en gevolg
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
- voorbeelden
- vergelijking
- autoriteit
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
A
kenmerk of eigenschap
B
nadeel
C
vergelijking
D
voorbeeld
Slide 17 - Quizvraag
A
autoriteit
B
oorzaak en gevolg
C
voor- en nadelen
D
voorbeelden
Slide 18 - Quizvraag
Mikael zal sociaal wel wat onhandig zijn. Hij is immers alleen door zijn moeder opgevoed in een afgelegen bos.
A
oorzaak en gevolg
B
kenmerk of eigenschap
C
voorbeelden
D
autoriteit
Slide 19 - Quizvraag
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs geen loonsverhoging zullen krijgen. De docenten in het VO kregen immers ook niets.
A
oorzaak en gevolg
B
vergelijking
C
voor- en nadelen
D
autoriteit
Slide 20 - Quizvraag
Drogredenen
Fouten in argumentatie.
Er gaat iets mis tussen argument en standpunt.
Slide 21 - Tekstslide
Twee groepen drogredenen
Onjuist gebruik van een argumentatieschema
Overtreden van een discussieregel
Slide 22 - Tekstslide
Onjuist gebruik van een argumentatieschema
Een onjuist beroep op:
- oorzaak en gevolg
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
etc.
Slide 23 - Tekstslide
Onjuist beroep op oorzaak en gevolg
Voorbeeld:
Het is niet zo raar dat minder mensen zich opgeven voor een studie (gevolg en standpunt); studenten moeten nu immers veel meer lenen dan vroeger (oorzaak en argument).
Slide 24 - Tekstslide
Onjuist beroep op voor- en nadelen
- overdrijven van voor- en nadelen
- vals dilemma:
'Wie niet voor mij is, is tegen mij'
'Als een zwemmer verdrinkt, komt dat niet omdat hij niet gered werd, maar omdat hij niet kon zwemmen.'
Slide 25 - Tekstslide
Doe boodschappen bij de Jumbo, want Max Verstappen zegt dat het een goede supermarkt is.
A
(onjuist beroep op) kenmerk of eigenschap
B
(onjuist beroep op) autoriteit
C
vals dilemma
D
overdrijven van voor- en nadelen
Slide 26 - Quizvraag
Diederik is een hooligan want hij zit onder de tattoos.
A
(onjuist beroep op) kenmerk of eigenschap
B
(onjuist beroep op) autoriteit
C
(onjuist beroep op) oorzaak en gevolg
D
overhaaste generalisatie
Slide 27 - Quizvraag
Het Gouden Ei was een saai boek, dus Nederlandse literatuur is echt niks voor mij.
A
(onjuist beroep op) kenmerk of eigenschap
B
(onjuist beroep op) autoriteit
C
(onjuist beroep op) oorzaak en gevolg
D
overhaaste generalisatie
Slide 28 - Quizvraag
Zo erg is het toch ook weer niet dat de bijen uitsterven. De dino's zijn ook ooit van de aardbodem verdwenen.
A
Vals dilemma
B
Overhaaste generalisatie
C
Verkeerde vergelijking
D
Overdrijven van voor- en nadelen
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Tweede groep: overtreden van een discussieregel
De belangrijkste discussieregel: als je een standpunt geeft, moet je ook een argument voor datzelfde standpunt geven.
Slide 31 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
- persoonlijke aanval
- ontduiken van de bewijslast
- vertekenen van het standpunt
- bespelen van het publiek
- cirkelredenering
Slide 32 - Tekstslide
Ik heb nog geen reden gehoord om géén film te gaan kijken tijdens de les. We moeten dat dus gaan doen.
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken van de bewijslast
C
vertekenen van het standpunt
D
cirkelredenering
Slide 33 - Quizvraag
Wie het niet met mij eens is dat Dostojevski de beste schrijver ooit is, heeft van literatuur geen kaas gegeten.
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Vertekenen van het standpunt
C
Cirkelredenering
D
Bespelen van het publiek
Slide 34 - Quizvraag
Poetin heeft gezegd dat Oekraïne geen lid mag worden van de NAVO. Zie je wel dat hij een oorlog wil beginnen.
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Vertekenen van het standpunt
C
Cirkelredenering
D
Bespelen van het publiek
Slide 35 - Quizvraag
drogredenen
= een uitspraak die logisch lijkt....
..... maar dat niet is
Slide 36 - Tekstslide
drogredenen
autoriteitsargument
vals dilemma
overhaaste generalisatie
verkeerde vergelijking
persoonlijke aanval
Slide 37 - Tekstslide
drogredenen
ontduiken van de bewijslast
de cirkelredenering
vertekenen van het standpunt
bespelen van het publiek
Slide 38 - Tekstslide
Oefenen
Maak de oefeningen op de handout. Zometeen bespreken.
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.
Slide 41 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
Onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
Nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt ---> Afhankelijk en onafhankelijk
Slide 42 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie (een argument bij een standpunt)
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Slide 43 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie (een gebruikt argument wordt door een ander argument ondersteund).
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.
Slide 44 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Nevenschikkende argumentatie (ieder argument is op zich een zelfstandig argument voor het standpunt)
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Slide 45 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxi nemen.
Een taxi kost meer dan zelf rijden.
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Tekstslide
Slide 49 - Tekstslide
Slide 50 - Tekstslide
Ik ga dan ook niet stemmen bij de volgende verkiezingen.
Politici zijn niet te vertrouwen
ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Bovendien ben ik dan op wereldreis.
Slide 51 - Sleepvraag
Slide 52 - Tekstslide
Slide 53 - Tekstslide
(want) Het levert een brandstofbesparing op van van rond de 10 %
We zijn voorstander van een maximumsnelheid voor het autoverkeer.
En daarnaast is een aanzienlijke daling van het aantal verkeersslachtoffers te verwachten
En laten we ook het verschijnsel zure regen niet vergeten