Spelling: werkwoordalarm

spelling: Engelse werkwoorden
Welkom 2M
spelling werkwoorden
Cursus 7
§ 12 Werkwoordalarm
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 244

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

spelling: Engelse werkwoorden
Welkom 2M
spelling werkwoorden
Cursus 7
§ 12 Werkwoordalarm
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 244

Slide 1 - Tekstslide

Kiki krab…e steeds het korstje van de wond op haar knie eraf
A
krabte
B
krabde
C
krabten
D
krabden

Slide 2 - Quizvraag

We hebben de hele middag getafeltennis… op de zolder.
A
getafeltennist
B
getafeltennisd
C
getafeltenniste
D
getafeltennisde

Slide 3 - Quizvraag

Mijn oude buurvrouw slof…e naar de voordeur om open te doen
A
slofde
B
slofte
C
slofdde
D
sloftte

Slide 4 - Quizvraag

Waar wor… het Songfestival dit jaar eigenlijk gehouden?
A
word
B
wort
C
wordt
D
wortd

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord.

Een leerling uit de vierde klas (hacken) het cijfersysteem van school

Slide 6 - Open vraag

Kies de juiste vorm van het werkwoord.

De ICT’er (resetten) mijn computer, want hij liep steeds vast.

Slide 7 - Open vraag

Uitleg werkwoordalarm
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen schrijven: tegenwoordige tijd (tt), verleden tijd (vt) en voltooid deelwoord (vd).
Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten. De tegenwoordige tijd en de voltooide tijd klinken hetzelfde, maar je schrijft die niet altijd op dezelfde manier. 
Voorbeeld:
Dit T-shirt verkleurt (tt)
Dit T-shirt is verkleurd (vd)

Slide 8 - Tekstslide

Jij verras... mij regelmatig.
A
verrast
B
verrasd

Slide 9 - Quizvraag

De kleuter heeft zich verveel..
A
verveeld
B
verveelt

Slide 10 - Quizvraag

De kleuter verveel.. zich.
A
verveelt
B
verveeld

Slide 11 - Quizvraag

Opdrachten maken
Boek blz. 244
Maken in je boek:
Opdracht 1 en 2

Slide 12 - Tekstslide