z28 21 juni

• Geschiedenis
• ISK

Wat gaan we doen vandaag

1. Herhaling vorige les
2. Begin aan een nieuw onderwerp: de Romeinen
3. Filmpje met vragen
4. Opdrachten
5. Werken aan jouw tekst voor een cijfer (28 juni)

Wat weet je na deze les

1. Je kan vertellen over de Romeinse samenleving
2. Je weet hoe je met Romeinse cijfers kan rekenen

Met welke polis was Athene het meest in oorlog?

1. Rome
2. Korinthe
3. Thebe
4. Sparta

Waarom waren Sparta en Athene vaak in oorlog?

1. Ze wilden geld
2. Ze wilden macht
3. Athene wilde schepen stelen
4. Sparta wilde de democratie stoppen

Met welk rijk waren de Grieken vaak in oorlog?

1. Het Assyrische Rijk
2. Het Romeinse Rijk
3. Het Perzische Rijk
4. Het Byzantijnse Rijk

Wie heeft het Perzische Rijk veroverd?

1. Augustus
2. Alexander
3. Constantijn
4. Leonidas

Waarom is de Slag bij Marathon beroemd?

1. Een sport is hierdoor ontstaan
2. Een auto is hiernaar vernoemd
3. Het wordt ieder jaar herdacht
4. Het is een feestdag

De Romeinen

Ben je in Rome geweest?

De Romeinen

• De Romeinen was een volk in Italië
• Zij kwamen uit de stad Rome
• De Romeinen hebben een heel groot rijk veroverd
• Ook Nederland was voor een deel Romeins gebied

Was jouw geboorteland vroeger Romeins?

Romeinse theater in Syrië

De geschiedenis van de Romeinen

• Rome was eerst een kleine stad
• De koning was de belangrijkste persoon

• Rome groeide snel en werd heel groot
• Rome werd een Republiek:

De Senaat was de baas

De geschiedenis van de Romeinen

• Julius Caesar en Augustus hebben de Republiek gestopt
• Augustus was de eerste keizer
• Dit heet het Keizerrijk 
• Tijdens het Keizerrijk, was het Romeinse Rijk het grootst

Rome was dus eerst:

Koninkrijk -> Republiek -> Keizerrijk

De keizer

• De keizer was de belangrijkste man in het Romeinse Rijk
• De zoon van de keizer was vaak de volgende keizer

• De senaat bestond nog steeds, maar was minder machtig

Wie is de keizer?

De Romeinse samenleving

• Samenleving = alle mensen samen in één land of gebied

• In Rome waren veel mensen die niet vrij waren, dit zijn slaven
• Als jouw ouders slaaf waren, was jij dat meestal ook
• Mensen spraken Latijn, de taal van de Romeinen
• Er waren tempels om voor goden te bidden

Romeinse burgers

• Niet iedereen in Rome had burgerrecht
• Met het burgerrecht had je meer rechten

• Je kon het burgerrecht krijgen door:

-Latijn te spreken

-Romeinse ouders te hebben

• Slaven en buitenlanders hadden geen burgerrecht

Vragen tijdens de video

1. Hoe heet de grens van het Romeinse Rijk?
2. Welke stad was vroeger Romeins?
3. Noem 2 gebouwen die de Romeinen hebben gebouwd

Op welk continent was het Romeinse Rijk niet?

1. Afrika
2. Amerika
3. Azië
4. Europa

Wie was de belangrijkste persoon of personen in de Republiek?

1. De keizer
2. De koning
3. De president
4. De senaat

Had iedereen in Rome burgerrecht?

1. Ja
2. Nee

Welke taal spraken de Romeinen?

1. Latijn
2. Romeins
3. Grieks
4. Italiaans

Opdrachten maken

1. Maak opdrachten 14,15 en 16 uit je boek
2. Maak daarna de opdracht over Romeinse cijfers

Ben je klaar? --> ga werken aan de opdracht voor 28 juni

Wat weet je na deze les

1. Je kan vertellen over de Romeinse samenleving
2. Je weet wie de belangrijkste man was in Rome

Opdracht 28 juni

Kies uit de onderwerpen:

Alexander de Grote; Cyrus de Grote; Slag bij Marathon;

Slag bij Thermopylae

Schrijf hierover een verhaal van ten minste 20 zinnen.

ChatGPT = onvoldoende

Ik kijk naar: moeilijke woorden, personen, jaartallen

Dit cijfer is 50% voor het hele cijfer dit hoofdstuk