Maak een lijst in het Duits van +/-80 woorden. Minimaal 60 woorden. De lijst bestaat uit de volgende categorieën:
a. Kleidung
b. Schmuck (Sierraden) und Zubehör (Accessoires)
c. Aüßerliche Merkmalen (uiterlijk kenmerken)
d. Farben. (kleuren)
e. Werkwoord dragen en aanhebben
Slide 14 - Tekstslide
Aufgabe
a. Welke informatiebronnen ga je gebruiken?
b. Welke woorden weet je al?
LET OP: DIT WORDT JOUW LEERLIJST VOOR DE TOETS
100% VERANTWOORDING
Slide 15 - Tekstslide
Hausaufgaben Freitag 10.Dezember
Die Lernliste ist komplett
Slide 16 - Tekstslide
10. Dezember
Am Ende kannst du:
- Aangeven dat je aangifte wil doen (Anzeige erstatten)
- Situatie beschrijven waarover je aangifte wilt doen
- De W-vragen toepassen
- Persoon uitgebreid beschrijven /omschrijven
- de 2 werkwoorden aanhebben/ dragen in tegenwoordige tijd en verleden tijd toepassen
Slide 17 - Tekstslide
Lernliste 10 Min
Ga naast elkaar zitten en vergelijk alle catogorieen
Zorg dat je één lijst krijgt zonder dubbelen. Vul aan als de ander een woord heeft dat jij nog niet hebt.
Slide 18 - Tekstslide
even korte oefening
Slide 19 - Tekstslide
Wer ist wer (wie is wie)
- Lees de tekst en plaats de tekst bij de juiste persoon.
Slide 20 - Tekstslide
Ich bin zehn Jahre alt. Ich habe blonde Haare, die zu einem Zopf gebunden sind. Ich habe ein türkislila-gestreiftes Polo-Shirt und lila Shorts an. Dazu trage
ich Fußballschuhe. Ich spiele
Fußball und halte einen Pokal.
Slide 21 - Sleepvraag
Ich bin vier Jahre alt. Ich habe rötliche Haare. Ich bin sehr klein. Ich trage ein türkises T-Shirt und einen lila Rock. Ich fürchte mich sehr vor Spinnen. Die sind sehr eklig.
Slide 22 - Sleepvraag
Personen beschrijven
Beantwoord eerst onderstaande vragen.
a. Welke informatiebronnen ga je gebruiken?
b. Welke woorden weet je al?
c. Gebruik de afbeelding van de docent
d. Beschrijf deze persoon uitgebreid
Slide 23 - Tekstslide
Montag 13. Dezember
Personenbeschreibung ist fertig
op een blad werkwoorden anhaben en tragen vervoegd.
Ga zelf op het internet op zoek hoe je die werkwoorden moet vervoegen.
Slide 24 - Tekstslide
13. Dezember
Bespreken personenbeschrijving + werkwoorden
beschrijvingslijst compleet maken --> vraag en ik help je
Nieuwe beschrijving --> uitgeprint uitdelen
Slide 25 - Tekstslide
Personen beschrijven
Slide 26 - Tekstslide
geef je beschrijving in het Duits
Slide 27 - Open vraag
Werkwoorden
dragen -->?
aanhebben -->
Slide 28 - Tekstslide
Bespreken van de Lernliste
Ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/ Sie
Ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/ Sie
Slide 29 - Tekstslide
Zinnetjes oefenen
De dader (Täter) is een man.
Hij heeft bruin haar.
Hij draagt een bruine jas.
Hij heeft rode sportschoenen aan.
Slide 30 - Tekstslide
Oefening kledinglijst
Kiezen --> digitaal of schrijven
Pak je eigen lijst er bij en zoek daaruit de vertalingen op.
Heb je het niet op je eigen lijst staan? -->
mijnwoordenboek.nl
uitmuntend.de
google translate
gewoon woordenboek
Slide 31 - Tekstslide
Täter (dader) beschreiben
Je ontvangt een nieuwe afbeelding. Je beschrijft de dader nu volledig.
- altijd van boven naar beneden
- hele zinnen
- wissel af met de werkwoorden tragen en anhaben
Slide 32 - Tekstslide
Hausaufgaben 17. Dezember
Personenbeschreibung --> beschrijving 2
lijst compleet
Slide 33 - Tekstslide
Maak een aangifte formulier(Duits)
1. Bedenk welke gegevens moet de politie allemaal van jou en van de aangifte weten? Schrijf deze op.
2. In welke volgorde komen de gegevens op het formulier te staan? . Gebruik internet om eens formulieren te bekijken.
3. Gebruik het lege formulier op Teams en dan lesmateriaal in de map Anzeige erstatten
Slide 34 - Tekstslide
Maak een aangifte formulier(Duits)
4. Ontwerp nu jouw eigen formulier. Beantwoord eerst onderstaande vragen.
a. Welke woorden die op het formulier komen te staan weet je al?