Ontdek het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst

Ontdek het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van een tekst?
Elke tekst heeft een onderwerp. Dit is waar de tekst over gaat. 

Het onderwerp is in één of twee woorden waar de tekst over gaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van onderwerpen
Het onderwerp kan bijvoorbeeld 'culturele verschillen' of 'feestdagen' zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je het onderwerp?
Lees de tekst oriënterend en geef een kort antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van hoofdgedachte
Bij het onderwerp 'feestdagen' kan de hoofdgedachte zijn: 'Wereldwijd bestaan er verschillende feestdagen.'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Lees de tekst precies en zoek naar de letterlijke hoofdgedachte aan het begin of het eind van de tekst. Als deze er niet staat, stel jezelf dan de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag 
Als je zelf over een onderwerp gaat schrijven, zoek je daarover eerst documentatie: teksten over het onderwerp in kranten, tijdschriften en op internet. Daarna bedenk je wat je hoofdgedachte wordt. 

Vaak is de hoofdgedachte het antwoord op een hoofdvraag,
de belangrijkste vraag die je in je tekst wilt beantwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Het onderwerp van een tekst is in één of twee woorden waar de tekst over gaat. 

De hoofdgedachte is de belangrijkste samenvatting van wat er in de tekst over het onderwerp in één zin wordt gezegd .

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling H1: Welke woordraadstrategieën zijn er?

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Herhaling H1: Wat is oriënterend lezen?

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
H2: Waar geeft antwoord op de hoofdvraag?

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.