Brugklas AK H4 par 1 2324

Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling en welvaart van landen en mensen.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe goed mee met de opdrachten.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid
We gaan in periode 4 leren dat er op aarde verschillen zijn in de ontwikkeling en welvaart van landen en mensen.

Simpel gezegd: we hebben het over arm en rijk. 

Neem allemaal in je leerboek paragraaf 4.1 voor je neus tijdens deze les, en doe goed mee met de opdrachten.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent welvaart
voor jou?

Slide 2 - Woordweb

Arm en Rijk 
Ons leven in een rijk centrumland is volkomen anders dan het leven van een leeftijdsgenoot in een arm land. Of in een land waar oorlog is, zoals nu in Oekraïne, Gaza of een tijdje terug in Syrië. 

Wat wij als normaal zien, is voor sommigen ontzettende luxe.  

Ieder mens op aarde heeft 4 basisbehoeften om goed te kunnen leven. Dit heeft iedereen echt nodig, waar je ook woont!

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de basisbehoeften denken jullie?
A
Voedsel, geld, internet en kleding
B
Voedsel, onderwijs, onderdak, gezondheidszorg
C
Voedsel, kleding, elektriciteit, onderwijs
D
Voedsel, transport, elektriciteit, onderdak

Slide 4 - Quizvraag

Verdeling van rijkdom
De rijkdom op aarde is niet gelijkmatig verdeeld, kijk maar eens in bron 9. 

In welk continent kunnen de minste mensen aan hun basisbehoefte voldoen?

Slide 5 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
De scheve verdeling van inkomen (geld) noemen we sociale ongelijkheid. Het is in elk land wel te vinden, maar in sommige landen erger dan in andere landen.

Kun je een voorbeeld bedenken hoe jij ongelijkheid in het dagelijks leven terugziet?

Slide 6 - Tekstslide

Is er op de foto hiernaast sociale ongelijkheid zichtbaar?
A
Ja!
B
Nee!
C
Dat ligt aan de situatie
D
Dat is niet zichtbaar

Slide 7 - Quizvraag

Ondanks de sociale ongelijkheid leven er in Nederland gelukkig niet zoveel mensen onder de armoedegrens.

Dat is het minimale bedrag dat je per dag nodig hebt, voor je basisbehoeften zoals voedsel en onderdak.

Die armoedegrens verschilt dus per land, want het leven is niet overal even duur.

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk bron 15 in paragraaf 4.2 (van de Big Mac).
Waar is de armoedegrens het hoogst?
A
Zwitserland
B
India
C
Libanon
D
VS

Slide 9 - Quizvraag

Zwitserland heeft een hoge armoedegrens, dus hier zijn vast veel mensen die in armoede leven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Koopkracht
Hoeveel je kunt kopen voor 1 euro is je koopkracht. 

Hoe hoger die is, hoe meer je kunt kopen voor 1 euro.

Rijke landen hebben dus een slechte/lage koopkracht.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel procent van de wereldbevolking leeft onder de armoedegrens van hun land?
A
3,2%
B
7,7%
C
10,9%
D
15,6%

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag: huiswerk
Met paragraaf 4.1 en het onderwerp welvaart gaan we in de volgende les verder. Wat ga jij nu doen?

Lees de tekst van par. 4.1 nauwkeurig door.
Maak opdracht 1, 2 en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1.

Tijd: tot het einde van dit lesuur.
Hoe: zelfstandig werken of fluisterend samenwerken. Telefoons opbergen.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag: huiswerk
Met paragraaf 4.1 en het onderwerp welvaart gaan we in de volgende les verder. Wat ga jij nu doen?

Lees de tekst van par. 4.1 nauwkeurig door.
1V: Maak opdracht 1, 2 en 3 in je werkboek van paragraaf 4.1.
1VV: Opdracht 2,3,4,6 maken van 4.1. 
Tijd: tot het einde van dit lesuur.
Hoe: zelfstandig werken of fluisterend samenwerken. Telefoons opbergen.

Slide 14 - Tekstslide