Les 7.2 Het atoommodel

Les 7.2 Het atoommodel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 7.2 Het atoommodel

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • 7.2 Het atoommodel
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 7.2
  • 7.2.1 Je kunt benoemen uit welke deeltjes een atoom is opgebouwd.
  • 7.2.2 Je kunt uitleggen in welke eenheid je de atoommassa uitdrukt en wat het massagetal van een atoom inhoudt.
  • 7.2.3 Je kunt de gegevens van een atoom uit een schematische tekening aflezen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het atoommodel
Kern: 
  • Positief geladen protonen
  • Ongeladen neutronen
Elektronenwolk: 
  • Negatief geladen elektronen bewegen zich in vaste banen om de kern heen: (elektronen)schillen. 

Slide 5 - Tekstslide

Het atoommodel: elektronenwolk
  • In de negatief geladen elektronenwolk bevinden zich één of meer elektronen.
  • Elektron (e-): elektrisch geladen deeltje met negatieve lading. Lading van één elektron komt overeen met een lading van 1-.

Slide 6 - Tekstslide

Het atoommodel: kern
  • De kern van een atoom is opgebouwd uit protonen en meestal uit neutronen.
  • Proton (p+): elektrisch geladen deeltje met een positieve lading van 1+
  • Neutron (n0): heeft geen elektrische lading, elektrisch neutraal. Zorgen ervoor dat protonen elkaar niet afstoten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

atomaire massa-eenheid
Atomaire massa-eenheid: wordt weergeven met de eenheid u (unit). 1 u = 1,7 x 10 -27 kg.

Slide 9 - Tekstslide

atoomnummer en massagetal
  • atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
  • massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
  • atoommassa = zo exact mogelijk vastgestelde masa van een atoom. 

Te vinden in binas: tabel 33 en 34 --> atoomnummer en (atoom)massa.



Slide 10 - Tekstslide

Oefening 1
Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft fluor?
  • atoomnummer = 9
  • massagetal = 19
  •  p+ = 9
  •  e- = 9
  •  n = 19 – 9 = 10



Slide 11 - Tekstslide

Oefening 2
Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft ijzer?
  • atoomnummer = 26
  • massagetal = 56
  •  p+ = 26
  •  e- = 26
  •  n = 56-26 = 30



Slide 12 - Tekstslide

Maken: 5, 7 t/m 10 (vanaf blz 33)

Slide 13 - Tekstslide

5
  • a) 78 (want elektrisch neutraal)
  • b) platina (die heeft atoomnummer 78)



Slide 14 - Tekstslide

7
  • a) magnesium
  • b) 12
  • c) 12



Slide 15 - Tekstslide

8
  • a) 13
  • b) 13 + 14 = 27 (massagetal = protonen + neutronen)


Slide 16 - Tekstslide

9
  • a) 2= zuurstof
  •      3= helium
  • b) zuurstof
  • c) 1 = groep 2
  •      2= groep 16
  •      3= groep18
  • d)  1) 4 + 4 = 8
  •       2) 8 + 8 = 16
  •       3) 2 + 2 = 4 

Slide 17 - Tekstslide

10

Slide 18 - Tekstslide