2.5

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Afmaken paragraaf 2.6
10 min
Uitleg paragraaf 2.5
15 min
Maken paragraaf 2.5
20 min
Quiz wereldkaart + nakijken
25 min

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.6 helemaal af/verbeter
  • Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
  • Hulp? Buur, docent, internet
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees paragraaf 2.5 door
  • Ook daarmee klaar? Maak paragraaf 2.5
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

2.5 Energiegebruik in en om het huis

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
  • Wat is de grootste energie verbruiker in en om het huis?
  • Hoeveel procent draagt transport bij aan ons algemene energie verbruik?
  • Welke groep van de Nederlandse bevolking verbruikt het meeste energie?
  • Leg uit wat de ecologische voetafdruk in houdt

Slide 5 - Tekstslide

Energie om te verwarmen

Meeste energie gebruik je om water te verwarmen: 
douchen, verwarming van het huis.
  • vooral aardgas
  • ook aardwarmte, zonneboilers en warmtepompen

Verwarmingsketel (CV)
  • verbranding van aardgas
  • verwarming van water






Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Energie voor transport

Vliegtuigen, vrachtschepen, vrachtwagens, treinen, auto’s 
  • kerosine, benzine, diesel. Verbranding levert energie.
  • Maar ook elektriciteit. Veel duurzamer en minder energie nodig.
  • Met groene stroom: dubbel zo duurzaam. 

Slide 9 - Tekstslide

Niet iedereen gebruikt evenveel

Hangt af van vier factoren: 
  1. De samenstelling van het huishouden
  2. Het inkomen
  3. Het opleidingsniveau van de bewoners
  4. Het type woning

Hoe hoger de welvaart, hoe hoger het energie verbruik.

Slide 10 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk
Hoeveel ruimte er nodig is om alles wat je in een jaar
gebruikt te produceren en verwerken.

Hoe meer je gebruikt, hoe groter je ecologische voetafdruk.
  • De VS spant te kroon. Elke inwoner heeft bijna 5 planeten nodig.
  • NL gemiddeld 3,3 planeet.
  • Wat is jouw afdruk?




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie

Slide 14 - Quizvraag

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 15 - Quizvraag

Wie heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
Keniaan
B
Amerikaan
C
Braziliaan
D
Nederlander

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.5 helemaal af
  • Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
  • Hulp? Buur, docent, internet
  • Tijd? 20 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Verbeter en laat resetten
  • Ook daarmee klaar? Kom naar docent voor extra opdracht
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

timer
20:00
Klaar? Lees + maak paragraaf 2.5

Slide 35 - Tekstslide