§2.5 Energiegebruik in en om het huis

Hoofdstuk 2: 
Bronnen van energie
§2.5 Energiegebruik in en om het huis
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: 
Bronnen van energie
§2.5 Energiegebruik in en om het huis

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid-, boeken- en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §2.5 'Energiegebruik in en om het huis'

Maak §2.5 'Energiegebruik in en om het huis' vraag 1 t/m 5

lesdoelcheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Wat is de grootste energie verbruiker in en om het huis?
  2. Hoeveel procent draagt transport bij aan ons algemene energie verbruik?
  3. Welke groep van de Nederlandse bevolking verbruikt het meeste energie?
  4. Leg uit wat de ecologische voetafdruk in houdt

Slide 3 - Tekstslide

Energie om te verwarmen

Meeste energie gebruik je om water te verwarmen: 
douchen, verwarming van het huis.
  • vooral aardgas
  • ook aardwarmte, zonneboilers en warmtepompen

Verwarmingsketel (CV)
  • verbranding van aardgas
  • verwarming van water






Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Energie voor transport

Vliegtuigen, vrachtschepen, vrachtwagens, treinen, auto’s 
  • kerosine, benzine, diesel. Verbranding levert energie.
  • Maar ook elektriciteit. Veel duurzamer en minder energie nodig.
  • Met groene stroom: dubbel zo duurzaam. 

Slide 7 - Tekstslide

Niet iedereen gebruikt evenveel

Hangt af van vier factoren: 
  1. De samenstelling van het huishouden
  2. Het inkomen
  3. Het opleidingsniveau van de bewoners
  4. Het type woning

Hoe hoger de welvaart, hoe hoger het energie verbruik.

Slide 8 - Tekstslide

Ecologische voetafdruk
Hoeveel ruimte er nodig is om alles wat je in een jaar
gebruikt te produceren en verwerken.

Hoe meer je gebruikt, hoe groter je ecologische voetafdruk.
  • De VS spant te kroon. Elke inwoner heeft bijna 5 planeten nodig.
  • NL gemiddeld 3,3 planeet.
  • Wat is jou afdruk?




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

Duurzame energie noemen we?
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie

Slide 12 - Quizvraag

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 13 - Quizvraag

Wie heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
Keniaan
B
Amerikaan
C
Braziliaan
D
Nederlander

Slide 14 - Quizvraag

Lesdoelcheck
  1. Wat is de grootste energie verbruiker in en om het huis?
  2. Hoeveel procent draagt transport bij aan ons algemene energie verbruik?
  3. Welke groep van de Nederlandse bevolking verbruikt het meeste energie?
  4. Leg uit wat de ecologische voetafdruk in houdt

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: neem zelfstandig de lessonup door en maak §2.5 'Energiegebruik in en om het huis' vraag 1 t/m 5

Wanneer: deze les

Hulp: de theorie (Lees goed!)
          
           de docent
          
Klaar: maak test jezelf of versterk jezelf of doe de flitskaarten 
Tijd: timer

Klaar: laat controleren, kijk na en maak verdieping of herhaling

Tijd: 5 minuten voor de bel

timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide