gevoelige vissen- kleur en expressie

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenBeeldende vormingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 250 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Beeldaspect 
Kleur

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.  

Slide 3 - Tekstslide

Kleur?

Slide 4 - Woordweb

Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.


Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Slide 5 - Tekstslide

Primaire kleuren
de primaire kleuren zijn: 
  1. rood, 
  2. geel 
  3. blauw

Slide 6 - Tekstslide

Secundaire kleuren
  • secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen

  • oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt

Slide 7 - Tekstslide

Tertiaire kleuren
dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire
blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je allemaal over "kleurcontrast"

Slide 9 - Open vraag

Kleurcontrast
Wanneer 2 of meerdere kleuren van elkaar afsteken. 
Kleuren kunnen elkaar dan versterken of verzwakken

Er zijn verschillende kleurcontrasten.

Slide 10 - Tekstslide

Kleur tegen kleurcontrast
dit contrast is het sterkst wanneer je felle, verzadigde kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen


Denk aan confetti, ballenbad, feest vlaggetjes
 

Slide 11 - Tekstslide

Complementair contrast
deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.

dit zijn: 
paars-geel, 
rood-groen,
blauw-oranje.

Slide 12 - Tekstslide

Licht-donker contrast
  • dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren  
  • wit -zwart is het grootste contrast 
  • je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit

Slide 13 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
warme kleuren: 
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 14 - Tekstslide

    Koud–warm contrast
    een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast

    Slide 15 - Tekstslide

    Kleurenfamilie
    • dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie 

    • kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk 

      Slide 16 - Tekstslide

      Expressief kleurgebruik
      Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties die een voorstelling bij de schilder opriep weer te geven. 

      Slide 17 - Tekstslide

      Signaalfunctie
      kleuren kunnen ook een signaalfunctie hebben, zo kan de kleur aangeven dat er gevaar bestaat, of dat er geen gevaar is

      Slide 18 - Tekstslide

      Leerdoel
      Aan het einde van deze les/ opdracht kun je: 

      • de verschillende kleurgroepen noemen.
      • uitleggen wat kleurcontrasten zijn en een aantal benoemen. 
      • iets zeggen over de kenmerken van het expressionisme
      • Naar je eigen verbeelding werken en het materiaal op een expressieve manier toepassen.
      • een kleur-tegen-kleur contrast toepassen in je eigen werk.

      Slide 19 - Tekstslide

      Gevoelige Vissen

      Expressie en kleur

      Slide 20 - Tekstslide

      Expressionisme
      wat valt je op aan de manier van afbeelden?

      Slide 21 - Tekstslide

      Abstract Expressionisme

      De voorsteling wordt steeds meer vereenvoudigd en minder duidelijk. 
      De voorstelling kan ook geheel ontbreken. 

      Slide 22 - Tekstslide

      Kleur-tegen-kleur contrast
      Een kleur-tegen-kleur contrast is het sterkst bij de primaire kleuren. Je ziet dit contrast als je de pure kleurvlakken tegen elkaar aanzet, zonder omtreklijnen dus. Kijk maar naar de kleurencirkel hiernaast. Dit kleurcontrast geeft een feestelijke werking.

      Slide 23 - Tekstslide

      Opdracht
      Ontwerp en maak één of meerdere vissen in een kleur-tegen-kleur contrast. Werk expressief, dit betekent dat je vrij om gaat met vorm, kleur, versieringen en verhoudingen. 

      Materiaal en tijd:
      Formaat: A3 tekenpapier
      Materiaal: Verf, pastelkrijt, potlood, fineliner of een combinatie hiervan
      Gereedschap: Penselen
      Tijd: 5 lesuren
       



      Slide 24 - Tekstslide




      Werkwijze:

      1. verzamel referentie materiaal van verschillende vissen
      2. Kies voor een evenwichtige compositie, gebruik overlapping en afsnijding
      3. Zet je definitieve tekening op een tekenblad 
      4. Werk groot, je vissen moeten het tekenvel  helemaal vullen.
      5. Werk je tekening met kleur netjes af.

      Slide 25 - Tekstslide

      Inspiratie

      Slide 26 - Tekstslide

      Slide 27 - Tekstslide

      Slide 28 - Tekstslide

      Slide 29 - Tekstslide

      Slide 30 - Tekstslide

      Slide 31 - Tekstslide

      Slide 32 - Tekstslide

      Slide 33 - Tekstslide

      Slide 34 - Tekstslide

      Slide 35 - Tekstslide

      handige tip

      Slide 36 - Tekstslide

      Slide 37 - Tekstslide

      Slide 38 - Tekstslide

      Beoordelingscriteria
      • Je hebt gebruik gemaakt van overlapping en/of afsnijding.
      • Je hebt expressief gewerkt.
      • Je hebt groot gewerkt.
      • Je hebt glans en schaduw aangebracht.
      • Je compositie is duidelijk herkenbaar.
      • Je hebt kleur-tegen-kleur contrast toegepast.

      • Het geheel is netjes afgewerkt.

      Slide 39 - Tekstslide

      Beoordelingscriteria
      • Je hebt gebruik gemaakt van overlapping en/of afsnijding.
      • Je hebt expressief gewerkt.
      • Je hebt groot gewerkt.
      • Je hebt glans en schaduw aangebracht.
      • Je compositie is duidelijk herkenbaar.
      • Je hebt kleur-tegen-kleur contrast toegepast.

      • Het geheel is netjes afgewerkt.

      Slide 40 - Tekstslide