1ha1/1a2 -herhalingsles-source H+E

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

 - nakijken ALLE opdrachten

 - 1 nakijkboekje per twee

! Boekjes graag netjes houden

00:56

le père

la tante

la mère

l'oncle

le petit-frère

le grand-père

la grand-mère

la soeur

00:04

Wat betekent 'aujourd'hui' ?

1. morgen
2. vandaag
3. maandag
4. gister

00:20

'il y a' betekent 'hij is'

Vrai (waar)

Faux (niet waar)

avoir (=hebben)

Maak 2 zinnen met 'avoir'

! voorbeeld: nous avons un chat / un livre ....

B, C, D
 + F

- Uitspreken + nazeggen

mardi (morgen mee verder)

• Niks op tafel
• Vragen achteraf (ik loop langs)

A. Vocabulaire

1. de vakantie (de vakanties = 0,5 fout)
2. en jij ?
   
3. de tent
   
4. jij spreekt
5. de vis
6. het is / dat is
   

A. Vocabulaire

1. la France - le français = 0 punt

2. petit(e) - pettite (0,5 punt) / pitit (0,5 punt)

3. aussi

4. le copain / l'ami

5. salut / bonjour

6. bien

B. Grammaire - het lidwoord

1. la

2. la

3. les

B. Grammaire - het lidwoord

Zet in het meervoud

1. les pizzas - le pizzas (0,5 punt) / les pizza (0,5 punt)

2. les campings

3. les familles

B. Grammaire - het lidwoord

Vervang le/la door un/une
1. un frère

2. une fille

3. une tente

C. phrases-clés

1. Comment tu t'appelles ?

2. Je m'appelle ....

3. Tu habites où* ?

4. J'habite à* ...

*ou /a = goed gerekend

Les devoirs (het huiswerk) pour mardi

*faire : ex. 21a + quizizz

*apprendre : voca E+F & bron G

* répéter : getallen t/m 20

!! PROEFWERKBLAD MEE VOOR WOENSDAG