Les 2HAVO hoofdstuk stoffen paragraaf 3 Massa en Volume deel 1

1: Is massa een stofeigenschap?
2: En waarom wel of niet?
A
1:Ja 2: het zijn toch moleculen met inhoud
B
1: Nee, 2: in elk blokje, materiaal zit verschillende massa, het aantal moleculen varieert
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1: Is massa een stofeigenschap?
2: En waarom wel of niet?
A
1:Ja 2: het zijn toch moleculen met inhoud
B
1: Nee, 2: in elk blokje, materiaal zit verschillende massa, het aantal moleculen varieert

Slide 1 - Quizvraag

1: Is volume een stofeigenschap?
2: En waarom wel of niet?
A
1:Ja 2: het zijn toch moleculen met inhoud
B
1: Nee, 2: in elk blokje heeft een ander volume , materiaal zit verschillende volume, het aantal moleculen varieert

Slide 2 - Quizvraag

1: Is dichtheid een stofeigenschap?
2: En waarom wel of niet?
A
1:Ja, 2: door middel van de massa te delen door volume weet je wat de dichtheid van de stof is
B
1: Nee, 2: elk blokje heeft een verschillende massa en een verschillende volume

Slide 3 - Quizvraag

In deze les
Lees 2.3 Massa en volume
Tekstboek blz. 24 Massa en gewicht, de verschillen.
Voorwerpen thuis met verschillende massa's
1) maken de thuisopdracht van sheet 11 
2) maken opgave 22, 23, 24 en 28
Klaar? Neem de aantekeningen over in je schrift. sheet 12 en 13.

Slide 4 - Tekstslide

Uit de encyclopedie
natuurkunde] - Massa is een natuurkundige grootheid die een eigenschap van het materiaal aanduidt. (dus geen stofeigenschap) standaard eenheid is kg maar wij rekenen met gram.
grootheid massa: m  met de eenheid gram: g

Slide 5 - Tekstslide

Uit de encyclopedie
natuurkunde] - Gewicht is een natuurkundige grootheid die  de kracht die een voorwerp/lichaam ten gevolge van de zwaartekracht uitoefent op het ondersteunende vlak. In de dagelijkse praktijk zijn het gewicht en de massa van een lichaam met elkaar evenredig: het gewicht is gelijk aan de massa in kilogram maal de versnelling van de zwaartekracht (ongeveer 9,8 m/s2)
Gewicht F g in Newton N 

Slide 6 - Tekstslide

Massa van het voorwerp bepalen met balans-weegschaal

Slide 7 - Tekstslide

Ruimtelijke figuren
In al deze ruimtelijke figuren zitten moleculen (kleine deeltjes die de bouwstenen zijn van het materiaal) 

Slide 8 - Tekstslide

Dit zijn allerlei verschillende materialen als blokjes met verschillende massa, maar....het volume is wel gelijk

Slide 9 - Tekstslide

Demonstratie; voorwerpen thuis

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: 
Bepaal van 5 voorwerpen thuis de massa, gebruik een keukenweegschaal (heb je die niet? ) dan lenen van buren, familie of vrienden ;)
Noteer de naam van het voorwerp, wat is het? Noteer de massa in het aantal gram. Bewaar deze 5 voorwerpen voor het bepalen van volume in de volgende les, neem mee naar school als je les op school hebt (noteer/schrijf nummers op de vijf voorwerpen met 1 t/m 5) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Neem dit zelfstandig nogmaals goed door
Lees 2.3 Massa en volume
Tekstboek blz. 25,  26 Volume en volume berekenen en bepalen
5 voorwerpen thuis met verschillende volumes wordt as woensdag uitgevoerd
1) maken opgaven uit sheet: 19, (20 en 21)

2) maken opgave 21,  25, 26, 27, 29, 30, 31 en 32 
Klaar? alles nakijken en verbeteren.

Slide 14 - Tekstslide

Uit de encyclopedie
natuurkunde] - Volume, de hoeveelheid ruimte die een driedimensionaal object inneemt; 
Grootheid volume met een grote V met de eenheid kubieke meters (m3). Wij gebruiken: cm3

Slide 15 - Tekstslide

regelmatige vaste vorm

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Onregelmatige vaste vorm

Slide 18 - Tekstslide

V = l x b x h
Bereken het volume van blokje A, C en D.

Slide 19 - Tekstslide

V = Veind - Vbegin

Slide 20 - Tekstslide

Bereken: Volume

Slide 21 - Tekstslide

Zonder vaste vorm: vloeistoffen

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting deel 2
  • lezen handboek blz. 24, 25, 26 en 27 
  • maken opdrachten volgens studiewijzer en volgens deze lesson-up
  • EN het volume bepalen van de vijf voorwerpen van de thuisopdracht. 

Slide 23 - Tekstslide