1TL Werkwoord

Welkom 1B!

- Herhaling Lezen H3 en H4
- Uitleg 'Werkwoord'

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1B!

- Herhaling Lezen H3 en H4
- Uitleg 'Werkwoord'

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik wat wat ik moet kunnen en kennen voor 
de repetitie Lezen H3 en H4
- Ik weet wat een werkwoord is en kan dat herkennen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Leren voor de repetitie
Lezen H1: Het onderwerp van een tekst vinden (blz. 12)
Lezen H2: Alinea, deelonderwerp en tussenkopje (blz. 38)
Lezen H3: Zoekend lezen (blz. 64)
Lezen H4: Inleiding, middenstuk en slot (blz. 90)

Zorg dat je de theorie en de begrippen kent 
én dat je ze kunt toepassen op een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Weet je nu hoe je je kunt voorbereiden op de repetitie van vrijdag?
A
Ja, zeker
B
Nee, ik ga nu een vraag stellen

Slide 4 - Quizvraag

Kahoot Lezen H3-H4
Pak er een extra scherm bij...

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoord (ww)
- Geeft aan wat iets of iemand doet
- Geeft aan wat iets of iemand overkomt
- Kun je vervoegen:
lopen: loop, loopt, lopen, liep, liepen, gelopen, lopend
- Elke zin bevat ten minste één werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
Rowan maakt een salto op de trampoline.
(maken)
Isabelle kan prachtige verhalen vertellen.
(kunnen, vertellen)
Die prachtige tekening had ik wel gemaakt willen hebben!
(hadden, maken, willen, hebben)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het werkwoord in de volgende zin?
Lisa's oma bakt iedere zondag een heerlijke taart.

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin?
Heb jij die toffe film zaterdag ook gezien?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
Maak H1 > Taalverzorging > Grammatica > Werkwoorden
In Nieuw Nederlands of in je boek (blz. 28-29)

>> Deze paragraaf is huiswerk voor dinsdag 2 februari!

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik en afsluiting
Even kijken wat je geleerd hebt...

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin?
Jasmijn kan supergoed voetballen.

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin?
Vincent moet elke morgen de konijnen hooi en brokjes geven.

Slide 13 - Open vraag

Heb je nog tips, opmerkingen of vragen?

Slide 14 - Open vraag

Komende lessen
Woensdag:
- Nieuwsbegrip
Vrijdag:
- Repetitie Lezen H3 en H4
Dinsdag:
- H1 > Taalverzorging > Grammatica > Werkwoorden af
  (blz. 28-29)

Slide 15 - Tekstslide