In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5 (les 1)
Veilig en milieubewust werken.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige hoofdstukken?
Wat betekenen deze begrippen
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent het begrip Datum
A
een korte handtekening
B
een gesprek over iets waar je voor of tegen bent.
C
de dag + maand + jaar
D
een lijst met onderwerpen die besproken moeten worden in een vergadering.
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent het begrip Paraaf
A
een korte handtekening
B
een gesprek over iets waar je voor of tegen bent.
C
vergadering. Een bespreking met collega's over het werk
D
een lijst met onderwerpen die besproken moeten worden in een vergadering.
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het begrip discussie
A
een korte handtekening
B
een gesprek over iets waar je voor of tegen bent.
C
vergadering. Een bespreking met collega's over het werk
D
een lijst met onderwerpen die besproken moeten worden in een vergadering.
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent het begrip agenda
A
een korte handtekening
B
een gesprek over iets waar je voor of tegen bent.
C
vergadering. Een bespreking met collega's over het werk
D
een lijst met onderwerpen die besproken moeten worden in een vergadering.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent het begrip werkoverleg
A
een korte handtekening
B
een gesprek over iets waar je voor of tegen bent.
C
vergadering. Een bespreking met collega's over het werk
D
een lijst met onderwerpen die besproken moeten worden in een vergadering.
Slide 7 - Quizvraag
Dit leer je dit hoofdstuk
Je kunt uitleggen welke regels er zijn voor veilig werken.
Je kunt uitleggen welke verschillende soorten PBM's er zijn.
Je kunt uitleggen waarom je milieu bewust moet werken.
Slide 8 - Tekstslide
Waarom is veilig werken belangrijk.
Slide 9 - Woordweb
Welke regels zijn er op jouw werk/ stage om veilig te werken?
Slide 10 - Woordweb
Heb jij op je werk/stage uitleg gehad over veilig werken?
Slide 11 - Woordweb
Arbeidsomstandigheden
arbeidsomstandigheden zijn de omstandigheden op je werk.
1. veiligheid
je moet je werk veilig kunnen doen.
2. gezondheid
Je werk mag jouw gezondheid niet in gevaar brengen. Je hoeft niet te werken als je ziek bent.
3. Welzijn
Je moet je prettig kunnen voelen bij het werk dat je doet.
Slide 12 - Tekstslide
Arbeidsomstandigheden
Arbo is een afkorting van arbeidsomstandigheden. de Arbowet is een wet met regels voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.
Dus: verbetering van de veiligheid, gezondheid en het welzijn op het werk.
Slide 13 - Tekstslide
Uit welke drie onderdelen bestaan de arbeidsomstandigheden?
Slide 14 - Open vraag
Arbeidsomstandigheden
in de Arbowet staat dat je werkgever (je baas) en jij (werknemer) samen de arbeidsomstandigheden moet verbeteren. Jullie moeten daarom samenwerken en overleggen.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kan een werkgever zorgen werkplek.
Slide 16 - Woordweb
Arbeidsomstandigheden
Je werkgever moet zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Hij moet:
voorlichting en instructie geven over veilig werken
voor veilige materialen zorgen
gevaren voorkomen
zorgen voor de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Slide 17 - Tekstslide
Arbeidsvoorwaarden
De werknemer moet:
Gereedschap en materialen op de goede manier gebruiken.
Persoonlijke beschermingsmiddelen op de goede manier gebruiken.
Meedoen aan voorlichting en veiligheidscursussen
gevaren melden.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is de Arbowet?
Slide 19 - Open vraag
Wat zijn arbeidsomstandigheden?
Slide 20 - Open vraag
Wat vind jij het belangrijkste dat een werknemer moet doen?
Slide 21 - Open vraag
Leg uit waarom je dit het belangrijkst vindt.
Slide 22 - Open vraag
gereedschap en materialen op de goede manier gebruiken.
Volg altijd de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinstructies op als je werkt met gereedschap en materialen.
Voorbeeld
De schilder moet de wielen van de rolsteiger blokkeren. Dat is een veiligheidsinstructie. Dan kan de steiger niet wegrollen.
Slide 23 - Tekstslide
PBM's op de goede manier gebruiken.
Voor je eigen bescherming en veiligheid krijg je soms persoonlijke beschermingsmiddelen. Die moet je volgens de voorschriften gebruiken.
Voorbeeld
Met gehoorbeschermers bescherm je je oren tegen lawaai.
Draag een reflecterend jack als je langs de weg werkt. Want je moet goed zichtbaar zijn voor het verkeer.
Slide 24 - Tekstslide
Meedoen aan voorlichting en veiligheidscursussen.
Soms krijg je voorlichting of een cursus over veilig werken. Dan ben je verplicht om daaraan mee te doen.
Voorbeeld:
De baas geeft uitleg over gevaarlijke situaties bij het werken op het dak.
Je let dan goed op als je iets niet snapt, vraag je het.
Slide 25 - Tekstslide
gevaren melden
Als je iets ziet dat gevaar oplevert voor de veiligheid of voor de gezondheid, dan moet je dat melden aan je baas.
Voorbeeld:
Je ziet dat er een scherp mes in het restaurant ligt. je geeft dit door aan je chef. Want scherpe messen moeten veilig opgeborgen zijn.
Slide 26 - Tekstslide
Als werknemer ben je verplicht mee te werken aan een veilige en gezonde werkplek. Wat moet je doen? (het zijn 4 dingen)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.