Spelling en Grammatica TH1 hoofdstuk 3

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het meervoud van afvoerbuis?
A
afvoerbuisen
B
afvoerbuizzen
C
afvoerbuizen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het meervoud van fotograaf?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het meervoud van categorie?
A
categories
B
categorien
C
categorieën

Slide 4 - Quizvraag

Ik ( onthouden) vrij weinig van de les. (tt)
A
onthoudt
B
onthout
C
onthoud
D
onthoudde

Slide 5 - Quizvraag

Wat is met meervoud van melodie?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het meervoud van moskee?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van varieer?

Slide 8 - Open vraag

Na die harde klap (suizen) mijn oor behoorlijk. (tt)
A
suist
B
suizd
C
suizt
D
suisd

Slide 9 - Quizvraag

De kok (snijden) het klaarmaken van het eten in zijn vinger. (TT)
A
sneed
B
snijdt
C
snijd
D
snijdde

Slide 10 - Quizvraag

Noteer het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin.
Kees heeft gisteren een prijs gewonnen.

Slide 11 - Open vraag

Noteer het werkwoordelijk gezegde van de ondersaande zin?
Gisteren heb ik moeten nablijven van mijn mentor.

Slide 12 - Open vraag

Noteer van de volgende zin de PV, het OW en het WWG.
Bij Jumbo gaan ze de prijzen weer verhogen.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de goede vorm op van de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zin.
De ..(goed) coureur reed in een ....(fantastisch) bolide over het ...(snel) circuit.
bolide over het ... fantach

Slide 14 - Open vraag

Wat is in volgende zin het bijvoeglijke naamwoord.
De beroemde popster Ariane Grande
is van het podium gevallen.
A
podium
B
popster
C
beroemde
D
Ariane

Slide 15 - Quizvraag

en nu het zelfstandige naamwoord?De beroemde popster Ariane Grande is van het podium gevallen.
A
popster Ariane Grande
B
beroemde Grande podium
C
de van gevallen
D
popster podium Ariane Grande

Slide 16 - Quizvraag

De beroemde popster Ariane Grande is van het podium gevallen.
B= bepaald lidwoord
O= onbepaald lidwoord
A
de= B het= B
B
de=O het=O
C
de=B het=O
D
de=O het=B

Slide 17 - Quizvraag

SUCCES!

Slide 18 - Tekstslide