In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Formatieve Toets
Bij leerdoelen van Hoofdstuk 3
DE ARBEIDSMARKT
Slide 1 - Tekstslide
1. Als een bedrijf iemand zoekt voor een baan, dan heeft dat bedrijf een …....... 2. Als jij die baan wilt hebben, kun je erop …......
Slide 2 - Open vraag
Omschrijf het begrip "arbeidsverdeling" in je eigen woorden.
Slide 3 - Open vraag
Eén van de volgende afspraken kan niet in een cao voorkomen. Welke is dat?
A
De lonen in deze bedrijfstak stijgen per 1 juli met 1,5%.
B
Na een jaar ervaring krijg jij de functie van zelfstandig kok.
C
De voltijd werkweek heeft 38 uur.
D
Alle werknemers hebben per jaar 26 vakantiedagen.
Slide 4 - Quizvraag
Een baan voor een bepaalde tijd, tot een afgesproken einddatum is een ............... baan.
A
Flexibele
B
Vaste
C
Tijdelijke
Slide 5 - Quizvraag
Als je alleen werkt op momenten dat je nodig bent, heb je een ............. baan.
A
Flexibele
B
Tijdelijke
C
Vaste
Slide 6 - Quizvraag
Raoul zijn loon is nu € 1.360 bruto per maand. In mei krijgt hij als vakantiegeld 8% over zijn jaarsalaris extra uitbetaald. Bereken zijn brutojaarloon.
Slide 7 - Open vraag
Raoul zijn loon is nu € 1.360 bruto per maand. Op zijn loon wordt aan belasting € 96 ingehouden en aan sociale premies 6,4% van zijn brutoloon. Bereken zijn nettoloon.
Slide 8 - Open vraag
Lize verdient per maand € 1260 bruto en € 980 netto. Hoeveel procent van haar brutoloon wordt ingehouden?
Slide 9 - Open vraag
Het minimumjeugdloon per week is € 128. Jelmer is 17 jaar. Hij werkt een volle maand in zijn vakantie. Hoeveel verdient hij?
Slide 10 - Open vraag
Waarvoor geeft de Arbowet regels?
A
Voor de collectieve arbeidsvoorwaarden
B
Voor het minimumloon
C
Veilige en gezonde werkomstandigheden
D
Voor werk- en rusttijden
Slide 11 - Quizvraag
Renske (18) heeft haar MBO diploma gehaald. Ze heeft geen baan. Ze gaat nu een jaar reizen. Is zij werkloos? Waarom wel/niet?
Slide 12 - Open vraag
Teun (69) heeft zijn bedrijf verkocht en heeft nu geen werk meer. Is hij werkloos?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Om welke twee redenen ga je naar het UWV als je werkloos bent?
Slide 14 - Open vraag
Noem een voorbeeld van werk dat kan verdwijnen als gevolg van technologische vernieuwingen.
Slide 15 - Open vraag
Faya (29) is werkloos en ontvangt een WW- uitkering. Is zij een geregistreerde werkloze?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Bruno (44) is werkloos. Hij staat niet ingeschreven bij het UWV. Hij heeft geen recht op een UWV-uitkering omdat hij zelf ontslag heeft genomen. Hoe noemen we deze vorm van werkloosheid?