Politiek-Juridische dimensie thema 1-3

Politiek-Juridische dimensie thema 1-3
Welkom bij het vak Loopbaan en Burgerschap
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Politiek-Juridische dimensie thema 1-3
Welkom bij het vak Loopbaan en Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap: politiek/juridisch

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap
Het politiek-juridisch domein

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regerering regeert

en

Het parlement controleert

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op de politiek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke partijen: Welke politieke partijen herken je?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen en stemmen
Waarom mag je stemmen?
Hoe moet je stemmen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
Het maken van keuzes en oplossingen om landelijke problemen op te lossen, noem je politiek.
Bijvoorbeeld: komen met een oplossing voor het probleem dat er veel files zijn op de snelwegen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Gekozen parlement = hoogste machtsorgaan.
  • Uitvoerende macht = gekozen door het parlement.
  • Vaak een niet-gekozen staatshoofd.


  • Volk kiest parlement en president.
  • President heeft veel politieke macht.
  • President = hoofd van de regering,  kan ministers benoemen en ontslaan.
  • President kan meestal niet het parlement ontbinden.
Parlementair stelsel =
Presidentieel stelsel =
NL = ook een constitutionele monarchie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besluiten en plannen van de regerering/parlement staat vaak ter discussie. Zijn de beslissingen die parlement en regering nemen in overeenstemming met wat de bevolking wil?
Doen regering en parlement wat de kiezer wil?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen

Elke 4 Jaar: 
  • 2e kamer verkiezingen
  • 1e kamer verkiezingen
  • Waterschappen
  • gemeenteraad
  • Provinciale verkiezingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stemmen
stemmen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Rechten van het parlement
Verhouding tussen regering en parlement.
  • Informatieplicht
  • Verantwoordingsplicht
  • Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Motie van wantrouwen
  • Kabinetcrisis

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe en indirecte democratie
  • Directe democratie = het volk bestuurt zelf.
  • Voorbeeld: Athene was een directe democratie.

  • Indirecte democratie = het volk kiest volksvertegenwoordigers die namens hen besturen.
  • Voorbeeld: Nederland is een indirecte democratie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie soorten verkiezingen:

  • De gemeenteraad verkiezingen
  • De provincialestaten verkiezingen
  • De landelijke verkiezingen
Wat voor verkiezingen zijn er dit jaar?
Bron: NOS.nl

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn drie soorten verkiezingen:
De gemeenteraad verkiezingen - hier kies je iemand voor jouw gemeenteraad die beslissingen maakt over jouw dorp/stad
De provincialestaten verkiezingen - hier kies je iemand die de provincie bestuurt én die mag kiezen wie er in de eerste kamer komt - en dat is de controle op de tweede kamer
De landelijke verkiezingen - hier kies je iemand die voor jouw meedenkt en beslissingen maakt over het beleid in Nederland.
Het eerste fragment is een spotje van Prodemos dat kort uitlegt hoe de proviciale verkiezingen werken en waarom je zou moeten stemmen. Het tweede fragment legt uit hoe de Eerste kamer precies wordt ingericht.
Meerderheid
Heb je de meerderheid, dan kan je regeren.
Zij leveren:
  • Minister President
  • Ministers
  • Staatssecretarissen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemeente  en provincie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Inspraak: je mag meepraten over politieke keuzes.
 Nederland is een democratie.
Democratie: een land waar iedereen inspraak heeft.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was Nederland nu een echte democratie??

.....Nee, want alleen rijke mannen mochten stemmen.

Pas in 1917 mochten alle mannen stemmen en...
pas in 1919 mochten vrouwen ook stemmen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkiezingen 
Wat gebeurt er na de verkiezingen? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op de politiek
  • Lobby
  • Protesteren
  • Petitie/Burgerinitiatief
  • Inspraak
  • Naar de rechter 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle politieke partijen en hun waarden:
### tabel met de politieke partijen
Naam partij
DENK
Partij van de Arbeid
50PLUS
Volt
Afkorting

DENK
PvdA
50+
Volt
Waarde
Gelijkheid
Gelijkheid
Rechten van ouderen
Gelijkheid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement
  • Elke moderne democratie gebruikt een parlement.
  • Het parlement is de wetgevende macht (in het Trias Politica-systeem).
  • Dit betekent dat het parlement de wetten maakt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlementaire democratie 
In een parlementaire democratie heeft het parlement de hoogste macht, maar het parlement wordt gekozen door het volk. 

Taken parlement:
  • Wetten maken
  • Regering controleren 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemeente en provincie
Landelijk
Gemeente
Provincie
Parlement
Gemeenteraad
Provinciale staten
Regering
College B&W
Gedeputeerde staten
Ministerpresident
Burgemeester
Commissaris vd koning

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies