Ongelijkbenige driehoek: geen gelijke hoeken of benen en geen symmetrieas
Opdracht 5
Slide 10 - Tekstslide
Bissectrice / deellijn?
Slide 11 - Tekstslide
Bissectrice / deellijn?
splitst een hoek in twee gelijke hoeken
Cirkels en sterretjes in hoeken ?
Overstaande hoeken?
Slide 12 - Tekstslide
Bissectrice / deellijn?
splitst een hoek in twee gelijke hoeken
Cirkels en sterretjes in hoeken ?
Overstaande hoeken?
zijn gelijk
Uitschrijven wat je doet!
Opdracht 12 en 14
Slide 13 - Tekstslide
Wat weet je over een trapezium en parallellogram?
Slide 14 - Tekstslide
Trapezium: vierhoek waarbij tenminste één paar overstaande zijden evenwijdig is.
Parallellogram: Overstaande zijden even lang en evenwijdig. Overstaande hoeken even groot. (diagonalen snijden in 't midden, puntsymmetrisch)
Hoe bereken je de oppervlakte van zulke figuren?
Slide 15 - Tekstslide
Trapezium:vierhoek waarbij tenminste één paar overstaande zijden evenwijdig is.
Parallellogram: Overstaande zijden even lang en evenwijdig. Overstaande hoeken even groot. (diagonalen snijden in 't midden, puntsymmetrisch)
21 samen
Slide 16 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger
Ruit?
Slide 17 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger
Ruit:
vierhoek, alle zijden zijn even lang, diagonalen staan loodrecht op elkaar en snijden de hoeken door het midden, en de eigenschappen parallellogram (overstaande zijden evenwijdig, overstaande hoeken even groot, diagonalen snijden in t midden, puntsymmetrisch),de diagonalen zijn de symmetrieassen.
Slide 18 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger
Vlieger?
Slide 19 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger
Vlieger:
vierhoek, de paren naast elkaar liggende zijden zijn even lang, diagonalen staan loodrecht op elkaar, tenminste één paar overstaande hoeken is even groot, tenminste één van de diagonalen deel te de hoeken middendoor. Tenminste één diagonaal is een symmetrieas. Tenminste één van de diagonalen wordt door de andere middendoor gesneden.
Slide 20 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger (oppervlakte)
???
Slide 21 - Tekstslide
7.4 ruit en vlieger (oppervlakte)
Opdracht 26
Slide 22 - Tekstslide
7.5 F- en Z-hoeken
Wat zijn F- en Z-hoeken?
Twee evenwijdige lijnen met een lijn erdoorheen
Welke hoeken zijn gelijk?
De binnenste hoeken (met kruisje/stipje) zijn gelijk.
Slide 23 - Tekstslide
7.5 F- en Z-hoeken
Wat zijn F- en Z-hoeken?
Twee evenwijdige lijnen met een lijn erdoorheen
Welke hoeken zijn gelijk?
De binnenste hoeken (met kruisje/stipje) zijn gelijk.
De F/Z kan ook gespiegeld of op de kop
Hulpmiddel bij opdrachten: Schets je figuur en teken met een andere kleur de F of Z. (op de toets zelf mag je gewoon tekenen)
Slide 24 - Tekstslide
7.5 F- en Z-hoeken. 33
Slide 25 - Tekstslide
7.5 F- en Z-hoeken. 34
Slide 26 - Tekstslide
Tijd over? Samen iets van de toetsvoorbereiding
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag
Maak: 7.1, 7.2, 7.3, 7.4, 7.5 en toetsvoorbereiding
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.
Slide 28 - Tekstslide
Lesdoel behaalt?
Ik kan de hoeken van een driehoek berekenen;
Ik kan de hoeken van een vierhoek berekenen;
Ik kan drie soorten driehoeken herkennen en er mee werken;
Ik kan werken met een bissectrice;
Ik kan werken met overstaande hoeken;
Ik kan een trapezium en parallellogram herkennen en ermee werken;
Ik kan een ruit en vlieger herkennen en er mee werken;