Wanneer gebruik je avoir of être als hulpwerkwoord?
Gemakkelijke (maar niet altijd opgaande) regel: gebruik hetzelfde hulpwerkwoord als wij in het Nederlands doen, exemple: ik hebgegeven = j' ai donné hij is binnengekomen = il est entré
Slide 18 - Tekstslide
Hulpww être: voltooid deelwoord past zich aan onderwerp aan!
mannelijk enkelvoud: X
vrouwelijk enkelvoud: + e
mannelijk meervoud: + s
vrouwelijk meervoud: + es
En wat te doen als mannelijk en vrouwelijk gemengd zijn?
Hélas les filles... dan kies je voor mannelijk...
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden
Werkwoorden op –er: haal -er eraf en voeg é toe
(manger: j'ai mangé des moules).
Werkwoorden op –ir: haal -ir eraf en voeg -i toe
(finir: il a fini ses devoirs)
Werkwoorden op –re: haal -re eraf en voeg -u toe
(perdre: elle a perdu son sac)
Slide 21 - Tekstslide
Dus wanneer de passé composé?
De pc vertelt de plotselinge actie of eenmalige gebeurtenis. Deze actie heeft een bepaalde duur.
De pc duidt een verandering aan in de oude gewoontes of een verandering in de gegeven beschreven situatie. Exemples:
Ce week-end j'ai rencontré Paul et on a pris un verre au café