Nia 3 /2
1 / 12
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
bedenken
A
Ik word bedenk van vier borrels.
B
Ik bedenk een goed plan.
C
Ik bedenk even bij je langs om 16:00 uur.
D
Ik doe de bedenk in de oven.
Slide 2 - Quizvraag
kussen
A
De kussens gaan naar het Van Gogh museum.
B
Ze kussen in het park.
C
Er ligt een kussen op de bank.
D
Hij moet de hond nog kussen.
Slide 3 - Quizvraag
verplichten
A
Doe de verplichting aan, het is te donker.
B
Op je werk heb je verplichtingen.
C
Verplicht de hond eens, hij heeft honger.
D
De afwas is weer verplicht, fijn.
Slide 4 - Quizvraag
verderop
A
Verderop is wel een restaurant waar we kunnen eten.
B
Je moet hem eens verderoppen voor een etentje.
C
Is een uniform verderop bij de politie?
D
Hij is heel verderop, hij heeft veel vrienden.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de vaste prepositie bij
draaien
draaien
Slide 6 - Open vraag
Wat is de vaste prepositie bij
informeren
informeren
Slide 7 - Open vraag
Wat is de vaste prepositie bij
knuffelen
knuffelen
Slide 8 - Open vraag
Wat is de vaste prepositie bij
heimwee hebben
heimwee hebben
Slide 9 - Open vraag
Maak een zin in de presens met meedoen als eerste werkwoord.
Slide 10 - Open vraag
Maak een zin in de imperfectum met optreden als eerste werkwoord.
Slide 11 - Open vraag
Maak een zin in de perfectum met plaatsvinden als eerste werkwoord.
