4.3.2 Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a
4.3.3 Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.
Slide 2 - Tekstslide
Introductie
Als een vrachtwagen zwaarbeladen is, komt hij maar langzaam op gang. Hoe groter de massa van de lading, des te kleiner is de versnelling als de chauffeur in alle gevallen evenveel gas geeft. Hetzelfde merk je als je probeert weg te rijden terwijl er iemand achterop je fiets zit: het optrekken tot de gewenste snelheid duurt dan veel langer.
Slide 3 - Tekstslide
Traagheid
Een voorwerp met een grote massa heeft een grote traagheid. Er is een grote resultante nodig om de snelheid of de bewegingsrichting merkbaar te beïnvloeden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Fres=m⋅a
Slide 6 - Tekstslide
Fres = resultante kracht (N)
m = massa (kg)
a = versnelling (m/s2)
Fres=m⋅a
Slide 7 - Tekstslide
Uit Fres (1)= m(1) x a(1) volgt:
1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg
een versnelling van 1 m/s2 geeft.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeldopdracht 2
In figuur 3 zie je een auto en een motor naast elkaar staan. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg. Als de voorrangsweg vrij is, trekken de auto en de motor beide op. Op beide voertuigen werkt daarbij een resultante van 1,8 kN.
Bereken de versnelling van beide voertuigen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
De remkracht berekenen
Met de formule F = m ∙ a kun je de resultante op een remmend voertuig berekenen. De letter a staat in dit geval voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde). De letter F staat voor de resultante. In dit geval is de resultante de totale remkracht die op het voertuig wordt uitgeoefend.
Slide 12 - Tekstslide
Een auto heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5,2 m/s2 (figuur 4).
Bereken hoe groot de remkracht minstens moet zijn.