1.3 Kernbegrippen bij Maatschappijleer

Leerdoel hoofdstuk 1
Aan het eind van hoofdstuk 1 kun je uitleggen wat het vak Maatschappijleer inhoudt door de belangrijkste begrippen van Maatschappijleer te beschrijven, benoemen en te gebruiken.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel hoofdstuk 1
Aan het eind van hoofdstuk 1 kun je uitleggen wat het vak Maatschappijleer inhoudt door de belangrijkste begrippen van Maatschappijleer te beschrijven, benoemen en te gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Laat de leerlingen het leerdoel opschrijven in hun schrift
Succescriteria 1.1
Je kunt de begrippen gezin, sociale omgeving en maatschappij beschrijven en gebruiken/hanteren op je eigen leven.
Je kunt met concrete voorbeelden uitleggen waarom je anderen nodig hebt.
Je kunt gedragsregels en wetten met elkaar vergelijken en het verschil ertussen uitleggen.
Je kunt in één zin beschrijven wat je leert bij maatschappijleer.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de succescriteria in je schrift
Succescriteria 1.2
Je kunt de vier verschillende bindingen benoemen, uitleggen en je kunt bij elke binding voorbeelden noemen
Je kunt het begrip sociale cohesie omschrijven
Je kunt het begrip polarisatie benoemen
Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van toenemende polarisatie

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de succescriteria op
Economische binding
Politieke binding
Kennisbinding
Gevoelsbinding

In de buurt van school wordt een zebrapad aangelegd
Je bestelt een patatje oorlog bij Gerrit Bosma op de Kaden
Je fietst met een vriend(in) naar de voetbalclub
Je kijkt een documentaire over de Eerste Wereldoorlog

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep het vakje naar het meest logische antwoord
Omschrijf het begrip sociale cohesie zo uitgebreid mogelijk

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een concreet voorbeeld van polarisatie

Slide 6 - Open vraag

Overleg met elkaar
Leerdoel 1.3
Aan het eind van de les kun je  de kernbegrippen van het vak maatschappijleer benoemen en gebruiken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succescriteria 1.3
Je kunt de begrippen normen en waarden beschrijven en concrete voorbeelden bij de begrippen noemen en dit onderscheiden in geschreven en ongeschreven regels
Je kunt het begrip belang beschrijven en concrete voorbeelden noemen van belangentegenstelling
Je kunt het begrip macht benoemen en voorbeelden van machtsmiddelen opsommen
Je kunt het begrip sociale ongelijkheid benoemen en concrete voorbeelden hiervan geven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP!
Al deze begrippen zijn extreem belangrijk bij het vak maatschappijleer.

De begrippen komen ieder hoofdstuk weer terug!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Ik verdeel de klas in groepjes van twee
  • Opdracht 1:
  • Alleen, in stilte, 3 minuten, lees het gedeelte dat ik je aanwijs
  • Opdracht 2:
  • Je legt jouw gedeelte uit aan je buur en vice versa, ca 3 minuten. Hou de succescriteria in de gedachten
  • Opdracht 3:
  • Via een quizvraag moet degene die de uitleg gekregen heeft, antwoord geven op de vraag op het bord.
  • Opdracht 4:
  • De leerlingen die de uitleg moesten doen controleren dit antwoord en vullen aan aan/verbeteren

Slide 10 - Tekstslide

Persoon 1 leest: Waarden en normen
Persoon 2 belang en macht
Zonder machtsmiddelen
Noem een waarde die jij belangrijk vindt en noem daar een norm bij.
Doe het zo: Waarde = gezondheid, Norm = niet roken

Slide 11 - Open vraag

De andere leerlingen controleren het en verbeteren het. 
Overleggen mag ook.
Welke van onderstaande antwoorden is een ongeschreven regel?
A
Een leerling mag max. 1 toets per dag
B
Als je minder minuten les hebt, dan reistijd, hoef je niet naar school
C
Bij te vaak te laat komen wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld
D
Een leerling moet tot 16:00 beschikbaar zijn voor school

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk zelfde belang hebben horecapersoneel en de jongeren die uitgaan?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke belangentegenstelling kunnen een leerling en een docent hebben?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen
- functie/beroep
- kennis en vaardigheden
- aanzien/status
- overtuigingskracht
- geld
- aantal mensen (groepsgrootte)
- toegang tot media
- toegang tot invloedrijke personen
- geweld

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ongelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Niet iedereen heeft dezelfde kansen
Discriminatie op huidskleur/achternaam/man-vrouw
Inkomstenverschillen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
1.3 (8,9,14,15)

Ben je klaar? Lees par. 1.1-1.3 adhv leerdoelen en succescriteria

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel een machtsmiddel
Geen machtsmiddel

Slide 19 - Sleepvraag

Deze beantwoordt iedereen.
D moet uitgelegd kunnen worden.
Ik kan snel een waarde noemen en daar een norm bij noemen
-110

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan 4 machtsmiddelen noemen
-14

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale ongelijkheid?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies