1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:

• Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
• Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  
• Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
• Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.
  

Terugblik: koppel de binding aan het juiste voorbeeld.

Economische binding

kennisbinding

politieke binding

gevoels-
binding

Je belt een vriend.

Je ontvangt salaris bij de Jumbo

Je rijdt over het fietspad naar school

Je doet mee aan de training

Wat is sociale cohesie?

1. Dat mensen andere mensen in de gaten houden
2. De samenhang in de samenleving, hoe mensen met elkaar omgaan.
3. Dat iedereen goed met elkaar omgaat
4. Dat iedereen niet goed met elkaar omgaat

Polarisatie betekent:

1. Dat er steeds meer Polen komen
2. Het bewust uitvergroten van verschillen tussen groepen
3. Dat mensen dezelfde belangen hebben
4. Saamhorigheid

Waarden

Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.

Voorbeelden hiervan zijn:

1. Gezondheid.
2. Status.
3. Vrijheid.
4. Familie.
5. Discipline.

Normen

Opvattingen / regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.

Let op! Normen horen/volgen altijd bij/uit een bepaalde waarde!

Welke norm hoort bij de waarde familie?

Noem eens een norm van school en bedenk vanuit welke waarde deze regel is ontstaan

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip

Waarde

Norm

gezondheid

Normen

Er zijn:

• geschreven regels ( zoals wetten en statuten van de voetbalvereniging)
• ongeschreven regels ( iemand feliciteren met zijn verjaardag 

Noem een belang wat je
als scholier hebt:

Hoe kan je anderen beinvloeden?

• Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
  van anderen te beïnvloeden.
• Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
  van anderen kunt beïnvloeden.
  
  
  

Welk machtsmiddel hebben jullie als leerlingen

Welke machtsmiddel(en) heb ik als docent?

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?

Functie/beroep

kennis

aanzien/status

overtuiging

geld

media

geweld

invloedrijke mensen

Huiswerk

• klassikaal bespreken opdracht 9 en 14
• maken par 1.3  wb 8-11 t/m 13 

Leerdoelen:

• Je kunt maatschappelijke problemen herkennen en benoemen
  
• Je kunt een maatschappelijk probleem van dichtbij bekijken
  
• Je kunt uitleggen wat een dilemma is
  

Maatschappelijk probleem
van nu