Leerjaar 2 Hoofdstuk 1.3 Lezen 1.5 Woorden (Herhaling)

Welkom!
Ga rustig zitten.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig zitten.


Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
  • Laatste les voor de toets: wat weet je al?
  • Doel
  • Herhaling voor het proefwerk 
  • Zelfstandig werken, oefenen voor de toets

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat de toets over?

Slide 3 - Woordweb

Doel
Aan het eind van de les ken je;
• de manieren van lezen nauwkeurig lezen en verkennend lezen;
• hoe je het onderwerp en deelonderwerp van een tekst vindt;
• de Moeilijke-woordenwijzer;
• de signaalwoorden die een opsomming, tegenstelling en tijdsvolgorde aangeven.
• de manieren van lezen zoekend lezen en studerend lezen.
• de moeilijke woorden uit lezen 1.3 en de 25 woorden uit woorden 1.5.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is verkennend en nauwkeurig lezen?

Slide 5 - Open vraag

Wat is zoekend en studerend lezen?

Slide 6 - Open vraag

Manieren van lezen
• verkennend lezen: een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen.
• nauwkeurig lezen: een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.
• zoekend lezen: in een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag. 
• studerend lezen: een tekst lezen om de informatie te onthouden. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp en wat is het deelonderwerp?

Slide 8 - Open vraag

Onderwerp
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst.
Zo vind je het onderwerp van de tekst:
• Lees de tekst verkennend.
• Stel jezelf de vraag: Waarover gaat de tekst?
• Het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Deelonderwerp
Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt.
Zo vind je een deelonderwerp:
• Kijk waar een nieuwe alinea begint: bij een nieuwe regel, een ingesprongen regel of onder een witregel.
• Lees de tussenkopjes die soms boven de alinea's staan.
• Stel jezelf de vraag: Waarover gaat deze alinea of dit tekstgedeelte?
• Het antwoord op deze vraag is het deelonderwerp.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe gebruik je de moeilijkewoordenwijzer?

Slide 11 - Open vraag

Moeilijke-woordenwijzer
1 Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen?
Nee? Lees dan verder.
2 Ja? Zoek uitleg van het woord ergens in de tekst. Uitleg kan zijn:
• een synoniem van het woord;
• een voorbeeld bij het woord;
• een omschrijving van het woord.
3 Staat er geen uitleg? Kijk dan of je een deel van het woord herkent. Of probeer de betekenis van het woord te raden.
4 Lukt het nog niet? Zoek dan de betekenis op in een woordenboek of vraag het aan iemand.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden? Noem er een paar.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden bij tijdsvolgorde

eerst, voor het eerst, terwijl, nadat, voordat, daarna, vervolgens, ten slotte

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Ga naar Magister, leermiddelen, Talent Max, Hoofdstuk 1.
Maak van hoofdstuk 1.5 de test jezelf.
Daarna ga je de test jezelf van 1.3 herhalen op de doelen die je niet voldoende had. 


Klaar? Leer alvast de theorie voor de toets.


timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 18 - Open vraag