3.2 Periodiek systeem

3.2 Periodiek systeem
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Periodiek systeem

Slide 1 - Tekstslide

Elementen
  • Elementen: niet-ontleedbare stoffen of atoomsoort van de stof
  • 1800: versneld onderzoek
  • 19e eeuw: overeenkomstige chemische eigenschappen 
    Bijv: natrium, kalium, lithium
              jood, broom, chloor, fluor

Slide 2 - Tekstslide

Periodiek Systeem der Elementen
  • 1869: Dimitri Mendelejev
  • Rangschikken van elementen: oplopende massa en soortgelijke chemische eigenschappen
  • Voorspelling van nog niet ontdekte elementen 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Op basis waarvan rangschikte Mendelejev eerst de toen bekende elementen?
A
De kleur
B
De massa
C
Datum van ontdekking
D
De naam

Slide 5 - Quizvraag

Wat hebben elementen in dezelfde groep (kolom) met elkaar gemeen?
A
Hun massa
B
Hun datum van ontdekking
C
Hun chemische eigenschappen

Slide 6 - Quizvraag

Metalen (element)
Hebben gemeenschappelijke stofeigenschappen: 
  • geleiden elektrische stroom en warmte
  • vast bij kamertemperatuur
  • glimmen van zichzelf of na polijsten 

Slide 7 - Tekstslide

Waarvoor gebruiken we metalen?


Bedenk een paar voorbeelden

Slide 8 - Tekstslide

Metalen (voorbeelden)

Slide 9 - Woordweb

Niet-metalen 
Nauwelijks gemeenschappelijke eigenschappen
  • geen stroomgeleiding 
Veel niet-metalen zijn gasvormig -> bevinden zich in de atmosfeer 

Slide 10 - Tekstslide

Soorten stoffen 
We onderscheiden 3 soorten stoffen:
  • Metalen
  • Zouten 
  • Moleculaire stoffen 
Je kunt ze onderscheiden op grond van stroomgeleiding

Slide 11 - Tekstslide

Metalen (stof)
  • Reageren niet met elkaar 
  • Mengen in gesmolten toestand -> legering
    Bijv. brons (legering van koper en tin)
  • Kan wel reageren met niet-metalen
    Bijv. zink + chloride -> zinkchloride 
  • Geleiden stroom in vaste en gesmolten toestand

Slide 12 - Tekstslide

Zouten
  • Bestaan uit een metaal en niet-metaal 
  • Geleiden alleen stroom in vloeibare fase 
  • Alle zouten zijn vast bij kamertemperatuur 
  • Naam afleiden:
  1. Noteer eerst de naam van het metaal (magnesium)
  2. Zet de naam van het niet-metaal erachter (chloor)
  3. Zet de uitgang -ide achter de naam (magnesiumchloride)

Slide 13 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
  • Stoffen wiens moleculen bestaan uit enkel niet-metalen
  • Geleiden geen stroom 
  • Naam via systematische naamgeving

Slide 14 - Tekstslide

Welke soort stof geleidt stroom in vaste fase?
A
Metalen
B
Zouten
C
Moleculaire stoffen

Slide 15 - Quizvraag

Welke soort stof bestaat uit zowel een metaal als een niet-metaal?
A
Moleculaire stoffen
B
Metalen
C
Zouten

Slide 16 - Quizvraag

Stelling: Metalen kunnen met elkaar reageren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
Opdracht 19 t/m 26 

Slide 18 - Tekstslide