Examentraining april 2022
1 / 42
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wie mag toestemming geven voor het langer vasthouden voor onderzoek van een verdachte?
A
Officier van Justitie
B
Rechter-commisaris
C
Hulp Officier van Justitie
D
Slide 5 - Quizvraag
Vraag 2.
Geef van de krantenkoppen aan of het gaat over een overtreding of een misdrijf.
Overtreding
Misdrijf
Verslaafde dief langdurig de cel in
TOT ZES JAAR CEL VOOR DRUGSRUNNERS
Boete voor plassende jongeman
Rechtbank doet uitspraak over babymoord
Rechter ergert zich aan hondendrollen
Slide 6 - Sleepvraag
Je hebt iemand zwaar mishandeld. Naar welke rechtbank ga je?
A
Gerechtshof
B
Meervoudige kamer
C
Politierechter
D
Hoge Raad
Slide 7 - Quizvraag
Wie of wat gaat over alle regels over opsporing, berechting en straffen?
A
Criminaliteit
B
de Overheid
C
Het strafrecht
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?
A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.
Slide 9 - Quizvraag
Een verdachte mag zwijgen tijdens de rechtszaak.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Waar hebben regels altijd mee te maken?
A
Criminaliteit
B
Het wetboek van Strafrecht
C
Waarden
D
Fatsoen
Slide 11 - Quizvraag
Deze persoon helpt de verdachte
A
Officier van justitie
B
Advocaat
C
Rechter
D
Verdachte
Slide 12 - Quizvraag
Deze rechter behandelt overtredingen
A
Politierechter
B
Rechtbank
C
Kantonrechter
D
Gerechtshof
Slide 13 - Quizvraag
Wie bepaalt het vonnis in een rechtszaak?
A
rechter
B
officier van justitie
C
advocaat
D
getuigen
Slide 14 - Quizvraag
Je bent pas een verdachte als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Je bent pas schuldig als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Behandelt zaken in cassatie:
A
Kantonrechter
B
Gerechtshof
C
Rechtbank
D
Hoge Raad
Slide 17 - Quizvraag
Verbind de situatie aan de term delinquent en/of recidivist
Delinquent
Recidivist
Slide 18 - Sleepvraag
Geen wet mag in strijd zijn met:
A
Jurisprudentie
B
de grondwet
C
Gewoonterecht
D
Machtenscheiding
Slide 19 - Quizvraag
Situatie: Timo heeft geen
goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds
veel alleen buiten en is hij
crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 20 - Quizvraag
Delicten bestaan uit overtredingen en misdrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 2.
Geef van de krantenkoppen aan of het gaat over een overtreding of een misdrijf.
Overtreding
Misdrijf
Verslaafde dief langdurig de cel in
TOT ZES JAAR CEL VOOR DRUGSRUNNERS
Boete voor plassende jongeman
Rechtbank doet uitspraak over babymoord
Rechter ergert zich aan hondendrollen
Slide 22 - Sleepvraag
A
Noodweer
B
Ontoerekeningsvatbaarheid
C
Overmacht
D
Nalatigheid
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de rol van de officier van justitie in een rechtszaak?
A
verdedigt de verdachte
B
eist een straf namens het OM
C
geeft het vonnis van de verdachte
D
eist straf namen de rechtbank
Slide 24 - Quizvraag
A
Groepsgedrag
B
Slechte opvoeding
C
Spanning en Avontuur
D
Etikettering
Slide 25 - Quizvraag
Rechtbank
Hoge Raad
Gerechtshof
Hoogste rechtsorgaan
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank
Toetst vonnissen van lagere rechters
Strafrechter
Kantonrechter
Slide 26 - Sleepvraag
Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie
Slide 27 - Quizvraag
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 28 - Quizvraag
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Regering
Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad
Regering en Staten-Generaal
Slide 29 - Sleepvraag
A
De jongeren komen voor een speciale jeugdrechter.
B
De jongeren worden vervolgd volgens het volwassenstrafrecht.
C
De jongeren zijn te jong om een straf te krijgen.
D
Jongeren krijgen een Haltstraf
Slide 30 - Quizvraag
De rechter kijkt altijd naar eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken.
Dit noem je:
Dit noem je:
A
Rechtsbescherming
B
Jurisprudentie
C
Vonnis
D
Requisitoir
Slide 31 - Quizvraag
Een verdachte moet verteld worden waar hij verdacht van wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
De beslissing van het OM om niet tot vervolging over te gaan noemen we:
A
seponeren
B
schikken
C
jurisprudentie
D
vervolgen
Slide 33 - Quizvraag
A
Democratie
B
Rechtsbescherming
C
Rechtshandhaving
D
Ombudsman
Slide 34 - Quizvraag
Als je in hoger beroep gaat,
dan ga je naar ..
dan ga je naar ..
A
de rechtbank
B
gerechtshof
C
Hoge Raad
D
de politie
