SAMENVATTING PARAGRAAF 1 -2- EN 4

PARAGRAAF 3
NAKIJKEN VRAAG 5 TOT MET 9
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARAGRAAF 3
NAKIJKEN VRAAG 5 TOT MET 9

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SAMENVATTING PARAGRAAF 1 -2- EN 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PARAGRAAF 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN collectieve voorziening?
A
Park
B
Basisschool
C
Sportschool
D
Snelweg

Slide 4 - Quizvraag

Collectieve voorzieningen
Voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken.
Collectieve voorzieningen worden door de Staat betaald. Collectieve voorzieningen zijn
A
Dingen die door alle mensen in het land te gebruiken zijn.
B
Dingen die per persoon worden geregeld.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn collectieve voorzieningen?
A
zwembad, fietspad, onderwijs
B
onderwijs, auto's leger
C
fietspad, straatverlichting, flat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een collectieve voorziening?
A
Een marktplein
B
Een winkelcentrum
C
Een tuinwinkel
D
De Mc Donalds

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen collectieve voorziening?
A
school
B
leger
C
ziekenhuis
D
kledingwinkel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist
Onjuist
Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
De overheid moet met collectieve voorzieningen winst maken.
De brandweer is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Voor collectieve voorzieningen hoef je nooit te betalen.
De supermarkt is een voorbeeld van een collectieve voorziening.

Slide 9 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
PARAGRAAF 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe betaalt de overheid de aanleg en/of het onderhoud van een collectieve voorziening?
A
Via iDeal
B
Niet, dit is een taak van de rechter.
C
Met smeergeld
D
Belastinggeld

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

maatschappelijke kosten wordt betaald door
A
Rutte
B
bedrijven
C
overheid
D
samenleving

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijk kosten zijn de
A
Nadelen van de productie in de samenleving
B
Nadelen van de consumptie in de samenleving
C
Nadelen van de productie en consumptie voor de samenleving.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn maatschappelijke kosten?
A
Die betaal je als je een auto koopt.
B
Een ander woord voor rente.
C
Kosten om afvalwater te verwijderen.
D
Kosten voor huizenbezitters.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden van maatschappelijke kosten zijn:
A
geluidsoverlast en milieuvervuiling
B
in ploegendienst werken en je ziekmelden
C
geluidsoverlast en tekort aan personeel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid wil meer toe naar het principe
'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Maatschappelijke kosten blijven gelijk.
B
Maatschappelijke kosten stijgen.
C
Maatschappelijke kosten dalen.
D
Dat hangt er vanaf

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PARAGRAAF 3

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de collectieve sector?
A
Van de overheid, wil winst maken
B
Van de overheid, wil geen winst maken
C
Niet van de overheid, wil winst maken
D
Niet van de overheid, wil geen winst maken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de particuliere sector?
A
De overheid, want die wil winst maken
B
De overheid, want die wil geen winst maken
C
Alle bedrijven die streven naar winst
D
Ander woord voor marktsector

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve sector
Particuliere sector

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de subsidie?
De sportclub krijgt subsidie
A
het geld dat je krijgt van de overheid om een project uit te voeren
B
het geld dat je krijgt van scholen om eten te kunnen regelen
C
het geld dat je krijgt van mensen om een project te bezoeken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warmtepomp
Alcohol 
Zonnepanelen
Sigaretten
Subsidie
Accijns

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is infrastructuur?
A
Alle export en import
B
De structuur van de handel
C
Het geheel aan wegen en transportlijnen
D
De uitvoer van alle mainports samen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies