T1, H3 - Wat beïnvloedt jouw koopgedrag?

T1, H3
Wat beïnvloedt jouw koopgedrag?
Basisvorming
Economische en financiële competenties
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EFCSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

T1, H3
Wat beïnvloedt jouw koopgedrag?
Basisvorming
Economische en financiële competenties

Slide 1 - Tekstslide


Consumenten worden beschouwd als  wispelturig en onlogisch. Toch zijn er talrijke invloeden die vat hebben op hun koopgedrag. Welke factoren spelen daarbij een rol?

Het gezin De Munt beoordeelt het koopgedrag

Slide 2 - Tekstslide


De smartphone van Emma is in het water gevallen; sindsdien werkt die niet meer. De aankoop van een nieuw toestel dringt zich op.

"Hoe dan ook moet ik op zoek naar een nieuw toestel, want ik kan niet zonder". Waarom is
Emma zo gehecht aan een smartphone?

Slide 3 - Open vraag


Een smartphone is hét venster op de wereld. Met dit toestel kan ze:
  • films, series en/of nieuws bekijken;
  • foto's nemen;
  • muziek beluisteren;
  • informatie opzoeken;
  • met mensen (bv. familie, vrienden, hulpdiensten) bellen of chatten;
  • ...
Emma wordt beïnvloed door sociale factoren,
want in haar klas bezit iedereen een
smartphone. Waarom?

Slide 4 - Open vraag


De sociale druk is groot: jongeren (d.i. de peer group of leeftijdsgroep) willen erbij horen.
Via sociale media willen ze voortdurend in contact staan met hun vrienden.

Stel dat haar ouders het bezit/gebruik van een
smartphone verbieden. Welk risico loopt Emma
misschien op school of in haar vriendenkring?

Slide 5 - Open vraag

  • Jongeren zijn gevoelig voor groepsdruk.
  • Bezit je geen smartphone, dan heb je geen goede sociale status in de groep. Mogelijk kan er dan pestgedrag of uitsluiting de kop opsteken.
Het gezin De Munt beoordeelt het koopgedrag
Sociale invloeden
  • afkomst en sociale status
  • peer group

Slide 6 - Tekstslide


Samengevat

Emma overweegt een OPPO toestel aan te
kopen. Economische drijfveren bepalen haar koopgedrag. Welke zijn dat precies?

Slide 7 - Open vraag

  1. Budget en prijs: in vergelijking met andere smartphones is dit toestel zeer goedkoop; dit past binnen haar budget.
  2. Handelspraktijken: momenteel wordt het toestel met een korting aangeboden.
  3. Merk en trends: OPPO is bezig aan een opmars (in ons land).
Emma googelt dit product. Ze komt op de
Chinese website Alibaba.com terecht. Daar is
het toestel 20,00 EUR goedkoper. Is het
verstandig om dat toestel te bestellen via die site?
A
Ja, want de prijs van dat toestel valt voordeliger uit.
B
Ja, want die smartphone heeft een langere garantieperiode.
C
Neen, want dat toestel heeft een kortere garantieperiode.
D
Neen, want Emma zal bijkomende kosten moeten betalen.

Slide 8 - Quizvraag


Neen, want Emma zal bijkomende kosten moeten betalen.

Slide 9 - Tekstslide


Rabia, de vriendin van Emma, raadt Emma aan om langs te gaan bij Krëfel, een concurrerende keten. Rabia toont haar een boodschap op internet en Facebook.

Mogelijk zal dit het keuzegedrag van Emma
bepalen ... Wat beïnvloedt haar koopgedrag?
Geef 2 redenen.

Slide 10 - Open vraag

  1. Actie: 5 % korting tijdens het Weekend van de Klant
  2. (Nieuwe) media: gepersonaliseerde reclame (op basis van het datagebruik van Rabia)
Bij digital devices zijn er tal van promoties
mogelijk. Bedenk 2 andere verkooptechnieken.

Slide 11 - Open vraag

  1. Als je de nieuwste Apple iPhone koopt, krijg je een gratis product (nl. een gratis hoesje). Bijgevolg moet je geen toebehoren kopen.
  2. Soms kun je instappen op een groepsaankoop: hoe meer klanten, hoe lager de prijs.
Met een smartphone alleen komt Emma er
niet ... Ze zal een bijkomende dienst moeten
aankopen. Over welke dienst gaat het?

Slide 12 - Open vraag


Telefoonabonnement (mobiel abonnement)
Grote (elektronica)ketens zoals Krëfel en MediaMarkt maken veel publi-reclame. Wat betekent het begrip 'publi-reclame'?
A
Het geheel van persreclame om producten kenbaar te maken bij het doelpubliek
B
Het geheel van professionele reclame om producten kenbaar te maken bij het doelpubliek
C
Het geheel van publicitaire reclame om producten kenbaar te maken bij het doelpubliek
D
Het geheel van publieke reclame om producten kenbaar te maken bij het doelpubliek

Slide 13 - Quizvraag


Het geheel van publicitaire reclame om producten kenbaar te maken bij het doelpubliek (de consumenten)

De meeste reclameadvertenties zien er
aantrekkelijk uit, maar soms trappen
consumenten in een valkuil. Vermeld 3 valkuilen.

Slide 14 - Open vraag

  1. De publi-reclame toont geen realistisch beeld van het product, maar een ideaalbeeld. Het is misleidende reclame (bv. valse getuigenis, voorbij flitsende kleine lettertjes ...).
  2. Je koopt een product dat je niet echt nodig hebt.
  3. Publi-reclame leidt tot ongezonde voedingskeuzes (bv. risico op diabetes, obesitas ...).
Het gezin De Munt beoordeelt het koopgedrag
Sociale invloeden
  • afkomst en sociale status
  • peer group
Economische invloeden
  • beschikbare geldmiddelen
  • prijs (prijs-kwaliteitsverhouding, bijkomende kosten)
  • verkooppraktijken (bv. acties, promoties ...)

Slide 15 - Tekstslide


Samengevat

Emma koopt een OPPO smartphone. Maatschappelijke invloeden (bv. sociale media) sturen naar koopgedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straks, na de schooluren, zal ze
naar het winkelcentrum fietsen.
Bovendien heeft ze ook nog
1 kg fairtradebananen nodig ...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke winkels kan Emma zulke bananen
aankopen? Geef 2 mogelijkheden.

Slide 18 - Open vraag

  1. In een supermarkt
    (bv. Aldi, Carrefour Market, Colruyt, Delhaize, Lidl, OKay ...)
  2. In een Oxfam-Wereldwinkel
Net als Emma kiezen Belgen steeds vaker voor
fairtradeproducten (bv. chocolade, koffie ...). Waarom? Bedenk 2 redenen.

Slide 19 - Open vraag

  1. Meer en meer supermarkten bieden (kwaliteits- en smaakvolle) fairtradeproducten aan.
  2. We willen een betere toekomst voor de boeren (en hun gezinnen) in het Zuiden. We schenken meer aandacht aan ecologische en sociale aspecten.
Het gezin De Munt beoordeelt het koopgedrag
Sociale invloeden
  • afkomst en sociale status
  • peer group
Economische invloeden
  • beschikbare geldmiddelen
  • prijs (prijs-kwaliteitsverhouding, bijkomende kosten)
  • verkooppraktijken (bv. acties, promoties ...)
Maatschappelijke invloeden
  • media (traditionele media, nieuwe media)
  • ecologische en sociale aspecten

Slide 20 - Tekstslide


Samengevat

Kort maar krachtig

Slide 21 - Tekstslide


Verschillende factoren beïnvloeden het koopgedrag van consumenten.

Sociale invloeden spelen een belangrijke rol in het consumentengedrag.
  • Je blijft trouw aan jouw afkomst en sociale status.
  • Je wilt erbij horen en zoekt aansluiting op de peer group.
Economische invloeden veranderen het consumptiepatroon.
  • Je houdt rekening met jouw beschikbare geldmiddelen.
  • Je kijkt naar de prijs. Je onderzoekt de prijs-kwaliteitverhouding en bijkomende kosten.
  • Je laat je leiden door verkooppraktijken (bv. acties, promoties, verkooppraatjes ...).
Vooral publi-reclame heeft een impact op jouw koopgedrag.

Helaas zijn er gevaren of valkuilen bij  publi-reclame, zoals:
  • gezinsconflicten;
  • materialisme;
  • ongezonde voedingskeuzes;
  • overconsumptie;
  • stereotypering;
  • ...
Maatschappelijke invloeden zorgen voor een bewustwording in het koopgedrag.
  • Je bekijkt informatie via de media. Dankzij traditionele media en nieuwe media vorm je een bepaalde mening.
  • Je laat je overtuigen door ecologische en sociale aspecten.  Je houdt rekening met de ecologische voetafdruk en pleit voor degelijke werkomstandigheden.
Kort maar krachtig

Slide 22 - Tekstslide


Verschillende factoren beïnvloeden het koopgedrag van consumenten.

Sociale invloeden spelen een belangrijke rol in het consumentengedrag.
  • Je blijft trouw aan jouw afkomst en sociale status.
  • Je wilt erbij horen en zoekt aansluiting op de peer group.
Economische invloeden veranderen het consumptiepatroon.
  • Je houdt rekening met jouw beschikbare geldmiddelen.
  • Je kijkt naar de prijs. Je onderzoekt de prijs-kwaliteitverhouding en bijkomende kosten.
  • Je laat je leiden door verkooppraktijken (bv. acties, promoties, verkooppraatjes ...).
Vooral publi-reclame heeft een impact op jouw koopgedrag.

Helaas zijn er gevaren of valkuilen bij  publi-reclame, zoals:
  • gezinsconflicten;
  • materialisme;
  • ongezonde voedingskeuzes;
  • overconsumptie;
  • stereotypering;
  • ...
Maatschappelijke invloeden zorgen voor een bewustwording in het koopgedrag.
  • Je bekijkt informatie via de media. Dankzij traditionele media en nieuwe media vorm je een bepaalde mening.
  • Je laat je overtuigen door ecologische en sociale aspecten.  Je houdt rekening met de ecologische voetafdruk en pleit voor degelijke werkomstandigheden.