Blok 2 Nederlandse landschappen

Programma
Vorige les
Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen
Klokhuis ijstijd
Waar komen plaatsnamen met veen vandaan?
Aan de slag
Terugblik
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
Vorige les
Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen
Klokhuis ijstijd
Waar komen plaatsnamen met veen vandaan?
Aan de slag
Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Typisch Nederlands landschap?

Slide 2 - Woordweb

Landschap
  • Nederland: lagen zand, grind en klei.
  • Vervoerd door rivieren naar ons land. (slib en sedimentatie)
  • Wat was ook alweer een delta?

Slide 3 - Tekstslide

IJstijden in NL
  • IJstijden hebben het landschap in NL veranderd.
  • Landijs duwt aarde en gesteente naar hoge punten: Stuwwallen
  • Ontstaan van heuvels in Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Klokhuis: ijstijd

Wat voor invloed heeft de laatste ijstijd op het Nederlandse Landschap gehad?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat voor invloed heeft de laatste ijstijd op het Nederlandse Landschap gehad?

Slide 8 - Open vraag

Video: Leg in eigen woorden uit hoe van turf veen wordt gemaakt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Leg in eigen woorden uit hoe van turf veen wordt gemaakt

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
Lezen de stukjes tekst op blz. 32 - 38.
Maken: 1, 2, 4, 5, 7, 8 en 9.

Klaar? Maak de kruiswoordpuzzel verder af. (opdracht 20)

Slide 12 - Tekstslide

Waar vind je in Nederland vooral veenlandschappen?
A
Drenthe, Friesland en Groningen
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Gelderland
D
Noord- en Zuid Holland

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hoog veen en laag veen?

Slide 14 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit hoe stuwallen zijn ontstaan

Slide 15 - Open vraag

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse bodem tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Klein, zand en grind
D
Turf en veen

Slide 16 - Quizvraag

Hebben de rivieren invloed gehad op de vorming van ons land?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Les 2

Slide 18 - Tekstslide

 Typisch Nederlandse landschappen

Slide 19 - Tekstslide

Planning
Uitleg H.5 par. 7

zelfstandig werken:
-Opdrachten maken 1 t/m 3

Slide 20 - Tekstslide

Een spons van veen
  • Na de ijstijden: warmer in NL.
  • Gevolg 1: ijs smelt en land wordt zichtbaar. 
  • Gevolg 2: zeespiegel steeg.
  • Gevolg 3: rivieren treden buiten oevers: overstromingen

= Ideale omstandigheden voor ontstaan moerassen/ veengebieden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Veen
-Ontstaan uit dode planten en dierenresten.
-Houdt water vast, net als spons.
-NL: 2 soorten venen: hoog en laagveen.
-Friesland, Groningen, Drenthe: Veen

Slide 23 - Tekstslide

Hoog en droog
1e mens in NL: woonachtig in Limburg op hogere zandgronden. 
-Reden: bescherming tegen hoog water.
-Rest van land onveilig; geen goede bescherming tegen zee en rivieren.

Slide 24 - Tekstslide

 Bewoners in laag-land
  • Lage gebieden: overstromen. 
  • Mensen bouwden huizen en boerderijen op heuvels = terpen
  • Noord-Nederland kent vele terpen zoals het kaartje laat zien.

Slide 25 - Tekstslide

Terpen of Wierden
  • Langs de kust in Groningen en Friesland bouwden boeren terpen.
  • Reden: beschermen tegen hoog water en overstromingen.
  • Gemaakt van: klei, mest, stenen en afval.
  • Nog steeds terpen te zien in Noord-Nederland.

Slide 26 - Tekstslide

Waarom trokken de eerste mensen in Nederland naar Limburg?
A
Omdat het daar warmer was
B
Laagland was te onveilig
C
Omdat daar meer eten te vinden was.
D
Rivieren treden buiten hun oevers

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn terpen of wierden?

Slide 28 - Open vraag

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
H.5 par. 6  
Werken aan opdrachten 4 t/m 7

timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Typisch Nederlandse landschappen

Slide 30 - Tekstslide

Planning
Uitleg  H. 5 par. 6

zelfstandig werken:
-Opdrachten maken 

Slide 31 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een veenlandschap?

Slide 32 - Woordweb

Hoe komt het dat Nederland veel vochtige/natte gebieden kent in het noorden van ons land?

Slide 33 - Open vraag

Wat stellen de rode stippen voor op deze kaart?

Slide 34 - Open vraag

Sloten graven in veen
  • Rond het jaar 1000: klimaat NL veranderd --> Warmer
  • Gevolg korte termijn: Landbouw geeft grotere opbrengsten
  • Gevolg langer termijn: bevolkingsgroei.
Oplossing: landbouwgronden en woongronden creëren uit veengebied. = Ontginning. (droogleggen van de gebieden)

Slide 35 - Tekstslide

Landbouw in veengebieden
  • Boeren kregen stuk land in veengebied. Konden slootjes graven om het water af te voeren.
  • Veen droogde daardoor op. ontstaan van langgerekte akkers.

  • Ook windmolens werden ingezet om de veengebieden droog te leggen voor de landbouw

Slide 36 - Tekstslide

Dammen en droogmakerijen
Rivieren en zee controleren door aanleg van dammen

Gebeurde rond de rivier de Amstel: Amsterdam.
Ook in de rivier de Rotte: Rotterdam. Enzovoort. 

Slide 37 - Tekstslide

Droogmakerijen
16e en 17e eeuw ging men grote meren in Noord-Holland droog leggen voor landbouwgrond en voor huizen. 

-Aanleg ringdijken en kanalen. Met molens (en later met een gemaal) de meren leegpompen en water in ringvaart laten stromen. 
= Droogmakerij

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Polders
Wat zijn het? En waarom is NL er zo beroemd mee geworden?

-Polder: stuk land dat is drooggelegd en die meters onder zeeniveau ligt. 
Molens en gemalen houden de polder droog.

Slide 40 - Tekstslide

Flevoland: grootste polder van NL

Slide 41 - Tekstslide

NAP
Nederland strijdt al jaren tegen het water.  Meten is weten, dus houden we bij hoe hoog de waterstanden zijn t.o.v. de zeespiegel.

Amsterdam bepaalde nulpunt. Andere metingen werden hiervan afgeleid.  Pijlschaal kan je het aflezen.
NAP = Normaal Amsterdams Peil

Slide 42 - Tekstslide

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 43 - Quizvraag

Leg het verband uit tussen de bevolkingsgroei na het jaar 1000 en het ontginnen van gebieden.

Slide 44 - Open vraag

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 45 - Quizvraag

Omschrijf hoe een droogmakerij werkt.

Slide 46 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 47 - Open vraag

Aan de slag!
Pak je werk voor je!

Werken aan opdrachten 

timer
20:00

Slide 48 - Tekstslide