Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1



M&M LJ1  2020-2021
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1



M&M LJ1  2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg blok 2 les 1
Quizje 
zelfstandig werken:
-Opdrachten maken blok 2 les 1 (zie its learning)
-Verder werken aan PO2

Slide 2 - Tekstslide

Typisch Nederlands landschap?

Slide 3 - Woordweb

Los zand
  • NL: lagen zand, grind en klei.
  • Ontstaan uit gesteente uit bergen: o.a Alpen, Ardennen, Eiffel. 
  • Vervoerd door rivieren naar ons land. (sedimentatie)

Slide 4 - Tekstslide

IJstijden in NL
IJstijden hebben het landschap in NL veranderd.

-Landijs duwt aarde en gesteente naar hoge punten: Stuwwallen
-ontstaan van heuvels in NL

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zijn de stuwwallen in Nederland ontstaan?

Slide 6 - Open vraag

Is het natuurgebied De Veluwe, bij Arnhem, ook ontstaan door de IJstijd? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Laatste IJstijd
12.000 jaar geleden.
-Helft van NL onder dik pak ijs en sneeuw.
-Ontstaan in Scandinavië.
-Noordzee droog gevallen.
-Kou; weinig begroeiing.
-Wind vrij spel: zand land inwaards blazen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe komen we in het oosten van Nederland aan zandgrond?
A
Wind die zand van drooggelegde Noordzee het land in blies.
B
Door IJs uit Scandinavië die zand meenam.
C
Via de Rijn die zand meenam uit sedimentatie.
D
Door de stuwwallen die het zand omhoog duwde.

Slide 10 - Quizvraag

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse boden tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Zowel Klei, zand als grind
D
Turf en löss

Slide 11 - Quizvraag

Hebben de rivieren invloed gehad op de vorming van ons land?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
Keuze:
Werken aan opdrachten blok 2 (zie planner its l.)
Verder werken aan PO2.

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen
Les 2
M&M LJ1

Slide 15 - Tekstslide

Planning
Uitleg blok 2 les 2

zelfstandig werken:
-Opdrachten maken blok 2 les 2 (zie its learning)
-Verder werken aan PO2

Slide 16 - Tekstslide

Een spons van veen
  • Na de ijstijden: warmer in NL.
  • Gevolg 1: ijs smelt en land wordt zichtbaar. 
  • Gevolg 2: zeespiegel steeg.
  • Gevolg 3: rivieren treden buiten oevers: overstromingen

= Ideale omstandigheden voor ontstaan moerassen/ veengebieden.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Veen
-Ontstaan uit dode planten en dierenresten.
-Houdt water vast, net als spons.
-NL: 2 soorten venen: hoog en laagveen.
-Friesland, Groningen, Drenthe: Veen

Slide 19 - Tekstslide

Hoog en droog
1e mens in NL: woonachtig in Limburg op hogere zandgronden. 
-Reden: bescherming tegen hoog water.
-Rest van land onveilig; geen goede bescherming tegen zee en rivieren.

Slide 20 - Tekstslide

 Bewoners in laag-land
  • Lage gebieden: overstromen. 
  • Mensen bouwden huizen en boerderijen op heuvels = terpen
  • Noord-Nederland kent vele terpen zoals het kaartje laat zien.

Slide 21 - Tekstslide

Terpen of Wierden
  • Langs de kust in Groningen en Friesland bouwden boeren terpen.
  • Reden: beschermen tegen hoog water en overstromingen.
  • Gemaakt van: klei, mest, stenen en afval.
  • Nog steeds terpen te zien in Noord-Nederland.

Slide 22 - Tekstslide

Waar vind je in Nederland vooral veenlandschappen?
A
Drenthe, Friesland en Groningen
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Gelderland
D
Noord- en Zuid Holland

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hoog veen en laag veen?

Slide 24 - Open vraag

Waarom trokken de eerste mensen in Nederland naar Limburg?
A
Omdat het daar warmer was
B
Laagland was te onveilig
C
Omdat daar meer eten te vinden was.
D
Rivieren treden buiten hun oevers

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn terpen of wierden?

Slide 26 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
Keuze:
Werken aan opdrachten blok 2 (zie planner its l.)
Verder werken aan PO2.

timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

M&M LJ1
Les 3

Slide 29 - Tekstslide

Planning
Uitleg blok 2 les 3

zelfstandig werken:
-Opdrachten maken blok 2 les3 (zie its learning)
-Verder werken aan PO2

Slide 30 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een veenlandschap?

Slide 31 - Woordweb

Hoe komt het dat Nederland veel vochtige/natte gebieden kent in het noorden van ons land?

Slide 32 - Open vraag

Wat stellen de rode stippen voor op deze kaart?

Slide 33 - Open vraag

Sloten graven in veen
  • Rond het jaar 1000: klimaat NL veranderd --> Warmer
  • Gevolg korte termijn: Landbouw geeft grotere opbrengsten
  • Gevolg langer termijn: bevolkingsgroei.
Oplossing: landbouwgronden en woongronden creëren uit veengebied. = Ontginning. (droogleggen van de gebieden)

Slide 34 - Tekstslide

Landbouw in veengebieden
  • Boeren kregen stuk land in veengebied. Konden slootjes graven om het water af te voeren.
  • Veen droogde daardoor op. ontstaan van langgerekte akkers.

  • Ook windmolens werden ingezet om de veengebieden droog te leggen voor de landbouw

Slide 35 - Tekstslide

Dammen en droogmakerijen
Rivieren en zee controleren door aanleg van dammen

Gebeurde rond de rivier de Amstel: Amsterdam.
Ook in de rivier de Rotte: Rotterdam. Enzovoort. 

Slide 36 - Tekstslide

Droogmakerijen
16e en 17e eeuw ging men grote meren in Noord-Holland droog leggen voor landbouwgrond en voor huizen. 

-Aanleg ringdijken en kanalen. Met molens (en later met een gemaal) de meren leegpompen en water in ringvaart laten stromen. 
= Droogmakerij

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Polders
Wat zijn het? En waarom is NL er zo beroemd mee geworden?

-Polder: stuk land dat is drooggelegd en die meters onder zeeniveau ligt. 
Molens en gemalen houden de polder droog.

Slide 39 - Tekstslide

Flevoland: grootste polder van NL

Slide 40 - Tekstslide

NAP
Nederland strijdt al jaren tegen het water.  Meten is weten, dus houden we bij hoe hoog de waterstanden zijn t.o.v. de zeespiegel.

Amsterdam bepaalde nulpunt. Andere metingen werden hiervan afgeleid.  Pijlschaal kan je het aflezen.
NAP = Normaal Amsterdams Peil

Slide 41 - Tekstslide

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 42 - Quizvraag

Leg het verband uit tussen de bevolkingsgroei na het jaar 1000 en het ontginnen van gebieden.

Slide 43 - Open vraag

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 44 - Quizvraag

Omschrijf hoe een droogmakerij werkt.

Slide 45 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 46 - Open vraag

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
Keuze:
Werken aan opdrachten blok 2 (zie planner its l.)
Verder werken aan PO2.

timer
20:00

Slide 47 - Tekstslide